(Een samenvatting van de consideraties en onderzoekingen aangaande de menselijke ziel en het fysisch universum die voltooid werden tussen 1923 en 1953)

1 Voor het begin was er een Oorzaak en het gehele doel van de Oorzaak was het creëren van een effect.

2 In het begin en voor altijd is er de beslissing, en de beslissing is TE ZIJN.

3 De eerste actie van zijndheid is het aannemen van een gezichtspunt.

4 De tweede actie van zijndheid is het van het gezichtspunt uit laten gaan van punten om naar te kijken; dit zijn dimensiepunten.

5 Aldus is er ruimte gecreëerd, want de definitie van ruimte is: gezichtspunt met betrekking tot dimensie. En het doel van een dimensiepunt is ruimte en een punt om naar te kijken.

6 De activiteit van een dimensiepunt is reiken en terugtrekken.

7 En er bestaat verbinding en uitwisseling van het gezichtspunt naar de dimensiepunten. Aldus worden nieuwe dimensiepunten gevormd. Aldus is er communicatie.

8 En aldus is er LICHT.

9 En aldus is er energie.

10 En aldus is er leven.

11 Maar er bestaan andere gezichtspunten en deze gezichtspunten werpen punten uit om naar te kijken. En tussen de gezichtspunten ontstaat er uitwisseling; maar de uitwisseling is nooit anders dan op het gebied van het uitwisselen van dimensiepunten.

12 Het dimensiepunt kan verplaatst worden door het gezichtspunt, want het gezichtspunt bezit behalve creatief vermogen en consideratievermogen, ook wilskracht en potentiële onafhankelijkheid van handelen; en het gezichtspunt kan bij het kijken naar dimensiepunten veranderen met betrekking tot zijn eigen dimensiepunten of andere dimensiepunten of gezichtspunten. Aldus ontstaat alles wat ten grondslag ligt aan beweging.

13 De dimensiepunten zijn alle, klein of groot, massief. En ze zijn alleen massief omdat de gezichtspunten zeggen dat ze massief zijn.

14 Vele dimensiepunten vormen samen gassen, vloeistoffen of vaste stoffen van grotere afmetingen. Aldus is er materie. Maar het punt waaraan de meeste waarde gehecht wordt, is bewondering, en bewondering is zo sterk dat alleen al de afwezigheid ervan voortduring mogelijk maakt.

15 Een dimensiepunt kan verschillen van andere dimensiepunten en kan aldus individuele eigenschappen bezitten. En vele dimensiepunten kunnen soortgelijke eigenschappen bezitten en andere dimensiepunten kunnen eigenschappen bezitten die soortgelijk zijn ten opzichte van zichzelf. Aldus ontstaan de eigenschappen van soorten materie.

16 Het gezichtspunt kan dimensiepunten samenvoegen tot vormen en deze vormen kunnen eenvoudig of gecompliceerd zijn. Ze kunnen zich op verschillende afstanden van het gezichtspunt bevinden en op die manier kunnen er combinaties van vormen bestaan. En de vormen zijn in staat tot beweging en de gezichtspunten zijn in staat tot beweging en op die manier kan er beweging van vormen bestaan.

17 En de opinie van het gezichtspunt reguleert de consideraties van de vormen, hun onbeweeglijkheid of hun beweging, en deze consideraties bestaan uit het toeschrijven van schoonheid of lelijkheid aan de vormen en alleen deze consideraties zijn kunst.

18 De gezichtspunten zijn van mening dat sommige van deze vormen moeten voortduren. Aldus is er voortbestaan.

19 En het gezichtspunt kan nooit vergaan; maar de vorm kan vergaan.

20 En de vele gezichtspunten, die met elkaar in wisselwerking zijn, worden afhankelijk van elkaars vormen en verkiezen niet om volledig onderscheid te maken aangaande het eigendom van de dimensiepunten en op die manier ontstaat er afhankelijkheid van de dimensiepunten en van de andere gezichtspunten.

21 Hier komt een continuïteit van gezichtspunt over de wisselwerking van dimensiepunten uit voort en dit, in banen geleid, is TIJD.

22 En er zijn universa.

23 De universa, dan, zijn er drie in getal: het universum dat gecreëerd is door één gezichtspunt, het universum dat gecreëerd is door elk ander gezichtspunt, en het universum dat gecreëerd is door de gemeenschappelijke activiteiten van gezichtspunten, waarover overeenstemming bestaat dat het in stand gehouden moet worden – het fysisch universum.

24 En de gezichtspunten worden nooit gezien. En de gezichtspunten beschouwen de dimensiepunten steeds meer als waardevol. En de gezichtspunten proberen de ankerpunten te worden en vergeten dat ze meer punten en ruimte en vormen kunnen creëren. Aldus ontstaat schaarste. En de dimensiepunten kunnen vergaan en daarom veronderstellen de gezichtspunten dat zij zelf ook kunnen vergaan.

25 Aldus ontstaat er dood.

26 De manifestaties van plezier en pijn, van gedachte, emotie en inspanning, van denken, van gewaarwording, van affiniteit, realiteit en communicatie, van gedrag en zijn, worden aldus afgeleid en de raadsels van ons universum schijnen hierin omvat en beantwoord te worden.

27 Er is zijndheid, de Mens gelooft echter dat er alleen “het worden” bestaat.

28 Elk probleem dat hierdoor naar voren komt, wordt opgelost door gezichtspunten en dimensiepunten tot stand te brengen, door verbetering te brengen in de conditie en het onderlinge samengaan van de dimensiepunten en daardoor van de gezichtspunten, en door overvloed of schaarste aan alle dingen, aangenaam of onaangenaam, te verhelpen door middel van het rehabiliteren van het vermogen van het gezichtspunt om punten aan te nemen vanwaar te kijken en dimensiepunten van welke soort dan ook te creëren en ontcreëren, te verwaarlozen, te starten, te veranderen en te stoppen, volgens de eigen beslissing van het gezichtspunt. Er moet zekerheid herkregen worden met betrekking tot alle drie de universa, want zekerheid, niet gegevens, is kennis.

29 Volgens de opinie van het gezichtspunt is elke zijndheid, elk ding, beter dan geen ding, elk effect is beter dan geen effect, elk universum beter dan geen universum, elk deeltje beter dan geen deeltje, maar het deeltje van bewondering is het beste van allemaal.

30 En boven deze dingen is er wellicht alleen veronderstelling. En onder deze dingen is er het spelen van het spel. Maar de dingen die hier beschreven staan kan de Mens ervaren en weten. Sommigen willen mogelijk deze dingen onderwijzen en sommigen willen ze mogelijk gebruiken om diegenen die in nood zijn, bij te staan en sommigen verlangen mogelijk ze te gebruiken om individuen en organisaties bekwamer te maken en op die manier de aarde een beschaving te geven waar we trots op kunnen zijn.

In alle nederigheid aangeboden als een geschenk aan de Mens
door L. Ron Hubbard
23 april 1953

DOWNLOAD HET WITBOEK