“We hebben vastgesteld dat u bent vrijgesteld van federale inkomstenbelasting volgens sectie 501(a) van de Internal Revenue Code (voorschriften van de belastingdienst) als een organisatie die beschreven staat in sectie 501(c)(3).”

Church of Scientology International (CSI) – de Moederkerk van de Scientology religie – en meer dan 150 aangesloten Kerken, missies en sociale hervormingsorganisaties in de Verenigde Staten werden in oktober 1993 door de federale belastingdienst van Amerika, de Internal Revenue Service (IRS), erkend als belastingvrije religieuze organisaties.

Bijna een halve eeuw lang heeft de Scientology Kerk met de IRS gestreden om vrij te zijn van hun pesterijen en om belastingvrijstelling te verkrijgen die er al voor alle religies in Amerika golden. Het was uiteindelijk dhr. David Miscavige, Voorzitter van de Raad van het Religious Technology Center en kerkelijk leider van de Scientology religie, die aan alle bureaucratie voorbijging en in 1991 persoonlijk de Commissaris van de IRS ontmoette om een objectieve procedure voor belastingvrijstelling te beginnen.

Twee jaar lang deed de IRS het meest uitgebreide onderzoek van welke aanvrager voor religieuze belastingvrijstelling dan ook in de geschiedenis van de IRS. De functionarissen van de IRS onderwierpen de Scientology Kerken aan het meest nauwkeurige onderzoek dat enige organisatie ooit had ondergaan – inclusief een nauwgezette inspectie van haar handelingen en financiële verslagen, evenals een volledige inspectie van het kerkelijk beleid en de kerkelijke praktijken op elk niveau. En aan het eind van dit onderzoek had de IRS meer dan een miljoen pagina’s informatie over de Scientology religie bekeken.

Het omgaan met de IRS en het uiteindelijk voor hen mogelijk te maken om de ware feiten te kunnen zien, nadat ze meer dan 40 jaar op onjuiste rapporten hadden vertrouwd, was gewoon verbazingwekkend. Maar onder leiding van dhr. Miscavige, die vol passie en openlijk de feiten over de Scientology religie en de werking ervan aan functionarissen van de IRS presenteerde, werd het bereikt.

In het uitgeven van de gunstige beslissing tot vrijstelling, stelde de IRS onvermijdelijk vast dat (1) Scientology een bonafide religie is; (2) de Scientology Kerken en de daarmee verbonden charitatieve en educatieve instellingen uitsluitend voor erkende religieuze doeleinden werken; (3) de Scientology Kerken en de daarmee verbonden charitatieve en educatieve instellingen ten behoeve van het publiek werken in plaats van voor de belangen van particulieren; en (4) geen enkel deel van de netto-inkomsten van deze Scientology Kerken en de daarmee verbonden charitatieve en educatieve instellingen ten goede komen aan enig individu of een niet-charitatieve entiteit.

Op 8 oktober 1993 kwamen 10.000 scientologen uit alle delen van de wereld bijeen om te horen hoe dhr. Miscavige het historische nieuws aankondigde: de regering van de Verenigde Staten had zojuist aan de Scientology Kerken volledige religieuze erkenning verleend en had geconcludeerd dat zij “uitsluitend georganiseerd zijn voor religieuze en charitatieve doelstellingen”.

DE BELASTINGVRIJSTELLING UITSPRAKEN VAN DE IRS STELDEN ONVERMIJDELIJK VAST DAT SCIENTOLOGY EEN RELIGIE IS EN DE IRS HAD DEZE VRAAG ZORGVULDIG ONDERZOCHT

Sectie 501(c)(3) van de Internal Revenue Code (Code) voorziet in belastingvrijstelling voor “religieuze, charitatieve … of educatieve” organisaties. De Code voorziet in speciale regels voor sectie 501(c)(3) religieuze organisaties die zijn ingedeeld als Kerken, alsook voor andere religieuze organisaties, genaamd geïntegreerde hulporganisaties, die nauw verbonden zijn met Kerken.

De IRS maakt gebruik van een “feiten en omstandigheden” test bij het bepalen van de status van een kerkelijke organisatie en kijkt of het aan de volgende criteria voldoet:

  1. Een onmiskenbare juridische identiteit;
  2. Een erkend credo en een vorm van verering;
  3. Een permanent en duidelijk kerkelijk bestuur;
  4. Een formele code van geloofsleer en discipline;
  5. Een duidelijke religieuze geschiedenis;
  6. Een lidmaatschap dat niet verbonden is aan enige andere kerk of overtuiging;
  7. Een organisatie van gewijde geestelijken;
  8. Gewijde geestelijken gekozen na het voltooien van voorgeschreven studies;
  9. Een eigen literatuur;
  10. Een vaste plaats (of plaatsen) van verering;
  11. Regelmatige bijeenkomsten;
  12. Regelmatige religieuze diensten;
  13. Zondagsschool voor religieus onderricht van jongeren; en
  14. Scholen voor het opleiden van haar geestelijken.
    Internal Revenue Manual (Handleiding van de Fiscus) 7(10)69, Belastingvrije Organisaties Onderzoek Richtlijnen Handboek, §321.3(3) (5 april 1982).

Daarnaast zal de IRS rekening houden met “alle andere feiten en omstandigheden die invloed kunnen hebben op de claim van de organisatie voor een status als kerk”. Id., §321.3(3)(o).

De Code definieert een geïntegreerde hulporganisatie van een kerk als een sectie 501(c)(3) organisatie die is aangesloten bij een kerk en intern ondersteund wordt. Financieel Reglement §1.6033-2(h)(1). Een entiteit is bij een kerk aangesloten als het ofwel (i) behandeld wordt als een groepsvrijstelling die uitgereikt wordt aan een kerk, (ii) bestuurd, onder toezicht of gecontroleerd wordt door of in verband met een kerk, of (iii) andere relevante feiten en omstandigheden laten blijken dat het erbij is aangesloten. Financieel Reglement §1.6033-2(h)(2). Een organisatie wordt intern ondersteund, tenzij het (i) toegang, goederen of diensten te koop aanbiedt (anders dan op een incidentele basis) aan het algemene publiek, en meer dan de helft van haar steun verkrijgt van het publiek (in plaats van haar leden). Financieel Reglement §1.6033-2(h)(4).

De uitspraken tot vrijstelling van de IRS in 1993 classificeerde in het bijzonder alle organisaties van de Scientology Kerk die bij de IRS een aanvraag voor erkenning van vrijstelling hadden ingediend als kerken of als geïntegreerde hulporganisaties van kerken. Entiteiten die geclassificeerd zijn als kerken, omvatten:

  • De Church of Scientology International (CSI), het hoogste kerkelijke lichaam binnen de Scientology Kerk, die in kerkelijke begeleiding aan plaatselijke kerken over de hele wereld voorziet; en
  • Scientology Missions International (SMI), het kerkelijke lichaam dat rechtstreeks verantwoordelijk is voor het kerkelijk toezicht op plaatselijke missies over de hele wereld.

De uitspraken tot vrijstelling voor CSI en SMI identificeerden deze entiteiten in het bijzonder als kerken, met verwijzing naar Code sectie 170(b)(1)(A)(i) en vermeldde uitdrukkelijk dat, net als bij andere kerken, ze niet verplicht zijn om het Formulier 990 jaarlijks vrijgestelde organisatie informatie belastingaangifte in te dienen. CSI en SMI ontvingen ook groepsvrijstelling, waarbij deze uitspraken tot vrijstelling ook voor alle plaatselijke Scientology Kerken en missies in de Verenigde Staten geldt, entiteiten die op dezelfde manier werken als Scientology Kerken en missies in landen over de hele wereld. Het spirituele mekka van de Kerk werd ook individueel erkend als belastingvrij, evenals de uitgeverijen van de Kerk.

Religious Technology Center (RTC), de organisatie die de eigenaar is van de Scientology handelsmerken en die als de beschermer van de Scientology religie bestaat, werd apart erkend als vrijgesteld van belasting en ontving een afzonderlijke brief hierover. De IRS erkende eveneens de Internationale Associatie van Scientologen (IAS), de officiële lidmaatschapsorganisatie van de Scientology religie, als een van belasting vrijgestelde organisatie.

Naast de positieve uitspraak over belastingvrijstelling, zorgden de uitspraken van de IRS er ook voor dat alle donaties aan alle Scientology Kerken in de Verenigde Staten tot het volledig wettelijk toegestane maximum aftrekbaar zijn van de persoonlijke inkomstenbelasting. Donaties voor religieuze diensten van Scientology werden in dezelfde mate aftrekbaar als, maar niet meer dan, donaties door parochianen van andere religies om zich toegang te verzekeren tot erediensten en soortgelijke religieuze rituelen in hun respectievelijke geloven.

De IRS zou CSI en SMI, hun ondergeschikte Kerken en missies, RTC en het spirituele mekka van Scientology onder de Code niet als kerken geclassificeerd kunnen hebben, tenzij zij alle veertien factoren voor een kerk bezaten die hierboven beschreven staan. Vrijwel al deze factoren vereisen expliciet de bevinding dat de Scientology Kerk als aanvrager een religie is. Kortom, de IRS kon CSI, SMI en de andere aanvragen van de Scientology Kerk niet als kerken onder die Code classificeren, tenzij ze ervan overtuigd was dat Scientology een religie is.

Dus de erkenning door de IRS van de Scientology Kerk met de status van belastingvrijstelling, vertegenwoordigt een officiële erkenning van de religieuze aard van Scientology en haar gunstige invloed op de samenleving als geheel.

DE BELASTINGVRIJSTELLING VAN DE IRS VOOR DE SCIENTOLOGY KERK VOLGDE NA EEN ONDERZOEK DAT ZIJN WEERGA IN DE GESCHIEDENIS VAN BELASTINGVRIJE ORGANISATIES NIET KENT

De belastingvrijstelling van de IRS voor de Scientology Kerk volgde na een onderzoek dat met een intensiteit en diepte gepaard ging dat zijn weerga in de geschiedenis van belastingvrije organisaties niet kent. De functionarissen van de IRS onderwierpen de Scientology Kerken aan het nauwkeurigste onderzoek dat enige organisatie ooit had ondergaan, waaronder een nauwgezette inspectie van hun handelingen en financiële verslagen, evenals een volledige inspectie van het kerkelijk beleid en de kerkelijke praktijken op elk niveau, inclusief de hoogste echelons van het management.

De inspectie door de IRS resulteerde in honderden gedetailleerde vragen, waarvoor duizenden pagina’s aan commentaar en nog eens duizenden pagina’s aan financiële verslagen nodig waren. Zes teams met tussen de vier en acht agenten voerden fulltime een inspectie uit gedurende periodes die opliepen tot wel tien achtereenvolgende weken. De agenten van de IRS voerden ook ter plaatse een inspectie uit op de boeken en archieven van de Church of Spiritual Technology (CST) – de organisatie die verantwoordelijk is voor het toezicht op het project voor het archiveren van de Scientology geschriften voor het permanente behoud van de werken van L. Ron Hubbard, de Grondlegger van Scientology – en het Religious Technology Center. En aan het eind van dit onderzoek had de IRS meer dan een miljoen pagina’s informatie over de Scientology religie bekeken.

DE IRS DEED EEN UITGEBREID ONDERZOEK NAAR DE VERGOEDINGSREGELING VAN DE KERK

Een fundamentele vereiste voor een organisatie om te kwalificeren voor belastingvrijstelling per sectie 501(c)(3) is dat geen enkel deel van de netto-inkomsten ten goede komt aan een particulier. Het verbod hiertegen wordt strikt toegepast met betrekking tot de “insiders” van een organisatie: geen enkel deel van de inkomsten van een organisatie kan worden gebruikt ten behoeve van een persoon die een persoonlijke interesse in de organisatie heeft, in het bijzonder de trustees van de organisatie, directeuren, functionarissen, werknemers, leden en donateurs. Dit is een absolute regel.

De IRS deed een uitgebreid onderzoek naar de vergoedingsregelingen van de Kerk voor zowel het personeel als derde partijen om ervoor te zorgen dat dit niet van kracht werd, noch het potentieel ervoor bestond. Als een eerste stap stelde de IRS talloze vragen om ieder individu te identificeren “met fiduciaire verantwoordelijkheid om het wegsluizen van activa te voorkomen” en “wie er het meeste bij gebaat zou zijn, als er werkelijk persoonlijk voordeel zou bestaan”. In reactie op de vragen van de IRS, gaf de Kerk de IRS een volledige beschrijving van hoe haar kerkelijk bestuur is gestructureerd, met inbegrip van alle geplande veranderingen voor de komende vijf jaar en de namen van alle mensen die belangrijke posities in het kerkelijk bestuur en op financiële afdelingen hebben. Het voorzag de IRS van de identiteit van de personen die gemachtigd zijn om leden te benoemen voor de hoogste bestuurscomités van de Kerk. Het voorzag de IRS ook van een volledige beschrijving van de werking van de Sea Organization, de religieuze orde van de Kerk, alsook het interne systeem van rangen en de identiteit van de personen die de hoogste 10 posities bekleden.

De IRS richtte zich uitgebreid op de verschillende vormen van vergoeding, de bedragen en maatstaven die erbij betrokken zijn, en de manier waarop elke werd vastgesteld. In reactie op de vragen van de IRS, werden alle vormen van vergoeding voor het personeel beschreven (of het belastbaar is of niet), met inbegrip van vergoeding en niet-monetaire voordelen, en of deze vergoeding aan de IRS werd gerapporteerd en hoe.

Na een uitgebreide inspectie, deed de IRS een uitspraak dat er geen persoonlijk voordeel of werkzaamheden met persoonlijk voordeel voor enig individu plaatsvond.

DE IRS LIET GEEN MIDDEL ONBEPROEFD BIJ HAAR ONDERZOEK NAAR DE SCIENTOLOGY KERK

De IRS liet geen middel onbeproefd bij haar onderzoek van de boeken en financiële verslagen, die door deze entiteiten worden bijgehouden. Tijdens de laatste periode van twee jaar bijvoorbeeld, die uiteindelijk uitmondde in de uitspraak tot vrijstelling op 1 oktober 1993, verstrekte CSI uitgebreide informatie over de integriteit van haar boekhoudkundige systeem en financiële verslagen. CSI begon natuurlijk met het samenvatten van de gedetailleerde informatie die de IRS al vergaard had over dit onderwerp en de uitgebreide testen die zij had verricht op het boekhoudkundige systeem en de boekhouding. CSI omschreef toen gedetailleerd haar interne boekhouding en financiële auditprocedures – de verschillende originele boekingen in de boekhouding, in overeenstemming met de bankafschriften en samenvattingen van periodieke inkomsten en uitgaven door middel van de jaarlijkse financiële verklaringen. CSI gaf nogmaals de basis controlepunten van financiën aan – alle kwitanties gefactureerd en op de bank gezet, alle uitbetalingen per cheque, bewijs van uitbetaling en aankoopopdrachten, en de strikte scheiding van de medewerkers die betrokken waren bij de verschillende fasen van ontvangst, storting, uitbetaling en boekhouding.

Op verzoek van de IRS, leverde CSI exemplaren van alle van toepassing zijnde financiële en bestuurlijke beleidsregels, wat uiteindelijk een hele 8-delige set van de Organisatie Executive Cursus inhield, waarin alle van toepassing zijnde geschreven directieven over het besturen van de Kerk staan, met inbegrip van financiën. CSI verstrekte de IRS met kopieën van de interne jaarrekeningen voor de periode van tien jaar van 1981 tot en met 1990 voor CSI, RTC, CST en 26 andere belangrijke kerkelijke organisaties.

CSI leverde ook kopieën van financiële verklaringen van bepaalde Kerkorganisaties buiten de VS die door gecertificeerde openbare accountantsfirma’s voorbereid waren.

DE IRS ONDERZOCHT DE DETAILS VAN LETTERLIJK HONDERDDUIZENDEN AFZONDERLIJKE, SPECIFIEKE TRANSACTIES VAN DE SCIENTOLOGY KERK

Bij het uitgebreide onderzoek naar de verschillende Scientology organisaties die de IRS uitvoerde, had de IRS ruimschoots de gelegenheid om een gedetailleerd onderzoek te doen naar elke soort betaling tussen en binnen Scientology organisaties. Deze betalingen hielden ook bedragen in die lagere Kerken betalen aan CSI voor de kerkelijke ondersteunende diensten, betalingen die bepaalde Kerken aan RTC doen wanneer ze de hogere religieuze diensten van Scientology aan hun gemeentes leveren, overboekingen naar reserves, betalingen voor hulp bij het trainen van personeel, de huur en betalingen voor hypotheektermijnen, rente en leningen, en de aanschaf van religieuze boeken en andere vormen van de geschriften van Scientology, betalingen voor commissies bij fondsenwerving, personeelsvergoedingen, en allerlei soorten betalingen aan verkopers en professionals. Bij dit proces onderzocht de IRS de details van letterlijk honderdduizenden afzonderlijke, specifieke transacties.

Door deze afzonderlijke inspecties kon de IRS elke uitgave van een organisatie vinden die bij een overeenkomstige kwitantie hoorde van de organisatie die de betaling ontving. Op deze manier kon de IRS bevestigen dat betalingen van een Scientology organisatie naar een andere Scientology organisatie, werkelijk naar die organisatie gingen en dat het geld dat betaald werd inderdaad toegepast werd voor de religieuze doeleinden van Scientology.

Na het voltooien van deze inspecties concludeerde de IRS dat de financiële verslagen die Scientology organisaties samenstellen volledig, controleerbaar en nauwkeurig de onderliggende transacties weergeven. Op basis van deze uitgebreide informatie over specifieke betalingsregelingen, en haar voldoening dat die betalingen nauwkeurig weerspiegeld werden in de financiële rapporten van de Kerk, bepaalde de IRS dat alle overschrijvingen tussen Kerken onderling in overeenstemming zijn met de vereisten voor belastingvrijstelling.

De IRS kreeg onbelemmerde toegang tot elk echelon van de ecclesiastische hiërarchie van de Kerk. Daarom beperkte het onderzoek van de IRS zich niet tot de Verenigde Staten, maar omvatte specifiek de financiële en andere zakelijke aangelegenheden van Kerkorganisaties van Australië tot Canada en van Europa tot Zuid-Afrika.

Het project begon aan het einde van de Republikeinse regering van George H.W. Bush en ging door tijdens de Democratische regering van Bill Clinton. Gedurende deze periode waren er drie personen die werkzaam waren als Commissaris van de IRS (het hoofd van de Amerikaanse belastingdienst). Tegen de tijd dat de Scientology Kerk de eindbeslissing met belastingvrijstelling van de IRS ontving, was er het grootste administratieve verslag samengesteld dat ooit over een belastingvrije organisatie was verschenen. Deze Kerken en hun afgevaardigden waren onderworpen geweest aan honderden uren van uitputtende bijeenkomsten en waren onder de loep genomen door de meest hooggeplaatste functionarissen op het gebied van belastingvrije organisaties van het Nationale Kantoor van de IRS.

Aan het eind kwam de IRS tot de enige mogelijke conclusie bij een dergelijk grondig onderzoek: Scientology Kerken en hun gerelateerde entiteiten waren uitsluitend georganiseerd en werkzaam voor charitatieve en religieuze doeleinden.

Zodoende stuurde de IRS van de Verenigde Staten op 1 oktober 1993 beschikkingen uit waarin erkend werd dat meer dan 150 Scientology Kerken, missies, sociale hervormingsorganisaties en andere entiteiten vrijstelling van belasting kregen omdat zij uitsluitend werkzaam zijn voor religieuze en charitatieve doeleinden. De religieuze erkenning van de IRS was universeel en onvoorwaardelijk.

DE OMSTANDIGHEDEN DIE ERTOE LEIDDEN DAT DE IRS DE SCIENTOLOGY KERK VRIJSTELLING GAF, ZIJN NU VRIJ TOEGANKELIJKE DOCUMENTEN GEWORDEN

Onder sectie 6104 van de Internal Revenue Code, zijn het verzoekschrift en de bijbehorende materialen van een succesvolle vrijstelling van inkomstenbelasting van een aanvrager een kwestie van vrij toegankelijke documenten en ter inzage van het publiek bij het van toepassing zijnde kantoor van de Internal Revenue Service.

De verzoekschriften tot vrijstelling, de papieren ter ondersteuning van dergelijke verzoekschriften en documenten die door de IRS zijn uitgegeven, in verband met de verzoekschriften van CSI, SMI en de andere organisaties van de Scientology Kerk die de IRS erkende als vrijgesteld van belasting in 1993, zijn beschikbaar voor het publiek in de leeszaal van het Nationale Kantoor van de IRS in Washington, DC, in overeenstemming met Code sectie 6104(a), en zijn dat geweest sinds de beslissing tot vrijstelling bekend werd gemaakt op 1 oktober 1993.

Deze materialen voor de uitspraak van de vrijstelling van de Scientology Kerk in 1993 – een stapel van meer dan 4,25 meter aan documenten, wat het grootste dossier vormt van alle aanvragen voor vrijstelling – zijn beschikbaar in het Nationale Kantoor van de IRS. Leden van het publiek mogen deze verslagen onderzoeken en zelf zien waarom de Scientology Kerken worden aangemerkt als belastingvrije charitatieve organisaties die uitsluitend religieuze doeleinden dienen.

MEDEWERKERS VAN DE IRS DIE BETROKKEN WAREN BIJ DE UITSPRAAK VAN VRIJSTELLING VOOR DE SCIENTOLOGY KERK

De erkenning van Scientology door de IRS was een geduchte slag voor diegenen die de aanvallen op Scientology zoveel decennia hadden volgehouden. Een aantal functionarissen uit bepaalde andere landen, alsook anderen die vastbesloten waren om de religie en haar leden te discrimineren, probeerden er afbreuk aan te doen door het verspreiden van onjuiste rapporten, dat de IRS – één van de meest gevreesde en krachtige instanties in de wereld – op de een of andere manier door dreigementen de Scientology Kerk belastingvrijstelling had verleend.

Deze beweringen zijn onjuist. Er is geen bewijs dat een functionaris van de IRS die betrokken was bij de uitspraak van vrijstelling voor de Scientology Kerk het onderwerp was van ongepaste communicaties door of namens de Scientology Kerk om ze te treiteren of te intimideren om ze zo te laten reageren op het verzoekschrift voor vrijstelling. Zo’n bewering is inderdaad belachelijk wanneer men de tijd in overweging neemt die het duurde om de vrijstelling te krijgen (meer dan twee en een half jaar) en het aantal, de senioriteit en de buitengewone reputaties van het personeel van de IRS die bij deze procedure betrokken waren.

ER WERD GEEN RECHTSZAAK AANGESPANNEN OF GEHANDHAAFD OM DE BESTUURLIJKE ACTIES VAN DE IRS ONGEPAST TE BEÏNVLOEDEN TIJDENS DE BELASTINGVRIJSTELLINGSZAKEN VAN DE SCIENTOLOGY KERK

Beweringen dat de Kerk juridische stappen ondernam om op ongepaste wijze de IRS te dwingen om belastingvrijstelling toe te laten kennen zijn eveneens onjuist. Terwijl er een aanzienlijke hoeveelheid rechtszaken gaande waren toen de IRS de Scientology Kerk vrijstelling gaf in 1993, waren geen van deze rechtszaken misleidend of om de IRS te treiteren. Er waren een paar privé-acties voor schadevergoeding gericht aan de IRS vanwege beweerde onwettige activiteiten tijdens de loop van de toepassing van de belastingwetten, maar het grootste deel van het procederen had te maken met (a) claims ten aanzien van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Freedom of Information Act [FOIA]) om van de IRS informatie uit de dossiers over Scientology of individuele leden te verkrijgen (voor de identificatie en correctie van onjuiste informatie), en (b) individuele zaken over inkomstenbelasting die te maken hadden met de aftrekbaarheid van charitatieve bijdragen van Scientology parochianen in verband met religieuze diensten van Scientology. Al dit procederen werd opgelost als onderdeel van het proces dat resulteerde in de uitspraak tot vrijstelling.

De van toepassing zijnde regels van civiele procedure (Regel 11, Fed R. Civ. P.) en federale wetten (28 U.S.C. §1927) bevatten beide voorwaarden die partijen bij de procesvoering en/of hun advocaten onderwerpen aan straffen voor het aannemen van ongegronde, niet steekhoudende en/of ondoordachte standpunten. Geen van de zaken tussen de Scientology Kerk of parochianen en de IRS of andere overheidsinstanties die beoordeeld werden vóór de overeengekomen schikking in 1993, legden zulke straffen op aan enige entiteit of parochiaan van de Kerk die een aanklager bij zo’n rechtszaak was. Integendeel, de Scientology Kerken zegevierden in de meeste gevallen, waarbij vele belangrijke precedenten werden gezet, vooral op het gebied van de FOIA. Sterker nog, een entiteit van de Kerk werd beloond met kosten van de advocaat en het proces tegen de IRS onder Code sectie 7430 als gevolg van acties van de IRS waarvan het Hof concludeerde dat ze niet wezenlijk gerechtvaardigd waren. Zie Verenigde Staten vs. Scientology Kerk van Boston, Inc. 1993 U.S. Dist. LEXIS 3895, 93-1 U.S. Tax Cas. (CCH) P50,220, 71 A.F.T.R.2d (RIA) 1485 (D. Mass. 1993)

Er bestaat geen basis om te suggereren dat een van de zaken tegen de IRS door de entiteiten of parochianen van de Kerk werden ingediend en/of onderhouden voor de ongepaste doelstelling van het overhalen van de IRS om vrijstelling te verlenen, waarbij deze gunstige actie niet gerechtvaardigd was om op zijn eigen waarde beoordeeld te worden. In wezen behaalde de Church of Scientology International de doelstelling om alle lopende rechtszaken op te lossen door de overeengekomen schikking met de IRS. Deze schikking bevatte ook FOIA-maatregelen, waarbij de IRS niet alleen veel van de aangevraagde informatie verschafte, maar ook overeenkwam om de verschillende buitenlandse regeringen en instanties die van onjuiste informatie waren voorzien over de Scientology Kerk, daarover te informeren.

DE IRS KON GEEN EN ZOU GEEN BESLISSING TOT VRIJSTELLING HEBBEN UITGEGEVEN ALS ZIJ HAD GELOOFD DAT SCIENTOLOGY IN TEGENSPRAAK WAS MET PUBLIEKE DOELEINDEN OF HET WELZIJN VAN HET PUBLIEK

De uitspraken tot belastingvrijstelling van de IRS waren volledig in overeenstemming met de Internal Revenue Code en de Amerikaanse Grondwet. De IRS kon geen en zou geen beslissing tot vrijstelling hebben uitgegeven als zij had geloofd dat Scientology in tegenspraak was met publieke doeleinden, de openbare orde of het welzijn van het publiek.

Om vrijstelling te verkrijgen onder sectie 501(c)(3) van de Code, moet een organisatie het volgende bewijzen:

  1. Het is uitsluitend georganiseerd voor één of meer van de specifieke doelstellingen voor vrijstelling;
  2. Het wordt uitsluitend bestuurd voor één of meer van de specifieke doelstellingen voor vrijstelling;
  3. Geen van haar inkomen komt ten goede aan enige particulier of privé-entiteit;
  4. Ze houdt zich niet bezig met propaganda wat betreft wetgeving behalve dan als een uitzondering van haar activiteiten;
  5. Geen enkel deel van de activiteiten hebben te maken met deelname aan een verkiezingscampagne voor een openbaar ambt; en
  6. Haar doelstellingen en activiteiten mogen niet in strijd zijn met fundamenteel openbaar beleid.

Om deze elementen te staven en dus een gunstige uitspraak van vrijstelling van de IRS te krijgen, moet een organisatie zich melden bij de IRS op het voorgeschreven formulier, alle benodigde informatie verschaffen bij de aanvraag, en alle relevante vragen beantwoorden die de IRS over de aanvraag kan hebben. (Revenue Procedure 90-27) De gunstige beslissing tot vrijstelling door de IRS in 1993 van de Church of Scientology International, Scientology Missions International en de andere Scientology aanvragen, volgde die vereiste procedure.

De IRS onderzocht in het bijzonder details over de manier waarop de Kerk fondsenwervingen verricht met betrekking tot zowel bekeringsactiviteiten als haar beleidsregels met betrekking tot bijdragen voor diensten. De IRS heeft bevestigd dat het geen gunstige beslissing gemaakt zou hebben als ze ontdekt hadden dat (i) de Kerk ongeoorloofd particuliere belangen diende, (ii) dat er een aanzienlijke, niet vrijgestelde doelstelling was, of (iii) dat ze zich bezighield met onrechtmatige daden of fundamenteel openbaar beleid overtrad.

De valse beschuldigingen met betrekking tot illegale activiteiten die door apostaten en anderen naar voren gebracht werden, waar de IRS eerder op vertrouwd had om nadelige actie tegen de Scientology Kerken en parochianen te ondernemen, werden onderzocht en als onwaar afgewezen door de Internal Revenue Service, voordat de Scientology Kerken als religieuze charitatieve organisaties werden erkend die voor het algemene nut werken.

BELASTINGVRIJSTELLING VAN DE IRS VOOR DE SCIENTOLOGY KERK: EEN EINDE AAN DECENNIA VAN CONFLICTEN

De erkenning door de IRS maakte niet alleen een einde aan decennialange conflicten tussen Scientology Kerken en de belastingdienst, maar bracht ook een officiële erkenning van de religieuze aard van Scientology en haar gunstige invloed op de samenleving als geheel. De Scientology Kerken zijn door de Amerikaanse overheid op federaal, staats- en lokaal niveau volledig erkende religieuze organisaties, vrijgesteld van belasting, en worden niet anders behandeld dan enige andere religie.

De inspanningen van Scientology Kerken hebben bijgedragen aan hervormingen waar alle Amerikaanse burgers baat bij hebben. Het Wetsontwerp voor de Rechten van de Belastingbetaler, tegenwoordig een realiteit in de Amerikaanse wetgeving, is voor een groot deel te danken aan de volharding van de Kerk en haar parochianen die de wijdverbreide wandaden van de IRS aan het licht hebben gebracht en waarbij maatregelen tegen toekomstige wandaden werden geëist. Door gebruik te maken van de FOIA heeft de Kerk er uiteindelijk voor gezorgd dat wangedrag van de belastingdienst en computerfouten die hadden kunnen leiden tot een miljard dollar aan foutieve aanslagen, onder de aandacht van het grote publiek kwam. Veel van de maatregelen die door het Congres genomen zijn om belastinghervormingen op gang te brengen, zijn in niet geringe mate terug te voeren op het baanbrekende werk van scientologen.

Nog belangrijker, sinds 1993, zijn Scientology Kerken doorgegaan met de juistheid van de uitspraak van vrijstelling van de IRS te bewijzen, door middel van de uitgebreide gemeenschaps- en hulpprogramma’s die ze op een ongekend niveau ondersteunen om de samenleving te verbeteren, sociaal verval om te draaien, drugsverslaving op te lossen, jongeren en het publiek over hun mensenrechten te onderwijzen, een seculiere morele code te promoten die door dhr. Hubbard is geschreven, ongeletterdheid te bevechten, noodhulp te bieden, misstanden op het terrein van de geestelijke gezondheidszorg te hervormen, lokale gemeenschappen te verbeteren en onderwijsmethoden en andere charitatieve activiteiten te verbeteren.

DOWNLOAD HET WITBOEK