VIII. Opvattingen over Verering en Verlossing

VIII.I. Verering ­– Een Veranderend Begrip

Theïstische religies –­ waaronder het christendom ­– hechten belang aan verering, dat wil zeggen de geformaliseerde uitdrukking van respect, verering en nederigheid voor, en onderworpenheid aan die godheid, gebed (communiceren met de godheid), bekendmakingen te zijner ere en dankbetuigingen voor zijn zegeningen. (Oudere opvattingen over verering houden ook offers in – van dieren of mensen – en verzoenende handelingen van een wraakzuchtige of jaloerse godheid. De ideeën over verering zijn echter veranderd, en oudere vormen van verering, die ooit als essentieel werden beschouwd, zouden nu als onwettig beschouwd worden. De opvatting over verering is ook in onze tijd aan het veranderen, zowel in de conventionele kerken als in de nieuwe religieuze bewegingen.) In het algemeen wordt verering in de traditionele zin geassocieerd met de vooronderstelling van het bestaan van een god (of goden) of een personage, die wordt vereerd. Deze definitie van verering, die overeenstemt met de omschrijving zoals die in recente rechtszaken in Engeland werd gehanteerd, is gebaseerd op het historische joods-christelijke-islamitische model. De praktijk wijst echter uit dat dergelijke vormen van verering niet in alle religies voorkomen. Verering manifesteert zich op uiteenlopende wijzen, waar hierna enkele voorbeelden volgen.

VIII.II. Varianten van Verering – Theravada-boeddhisme

Op de eerste plaats veronderstellen het theravada-boeddhisme in zijn zuivere vorm en enkele andere religies geen oppergod, maar een elementair grondbeginsel of principe, dat geen respect, verering of aanbidding van gelovigen vraagt en daar ook niet afhankelijk van is. Het wordt algemeen aanvaard dat een godheid geen noodzakelijke voorwaarde voor religie is, zodat we – als dit concept behouden wordt – een bredere definitie van verering zullen moeten formuleren dan die omschreven in de christelijke traditie.

VIII.III. Varianten van Verering – Nichiren-boeddhisme

Op de tweede plaats zijn er religieuze bewegingen, zoals bijvoorbeeld het nichiren-boeddhisme, die het bestaan van opperwezens ontkennen, maar wél verering van een object vereisen. De soka-gakkai-boeddhisten, een beweging met ongeveer 15 miljoen aanhangers, waarvan ongeveer 6000 in Groot-Brittannië, vereren de Gohonzon, een mandala waarop de essentiële symbolen van de ultieme waarheid zijn weergegeven. Door het vereren van de Gohonzon, verwachten deze boeddhisten zegeningen. Deze vorm van verering, die enigszins lijkt op die in het christendom, komt dus voor, hoewel het bestaan van een opperwezen uitdrukkelijk wordt ontkend.

VIII.IV. Varianten van Aanbidding – De Quakers

Op de derde plaats is het, zelfs in het brede spectrum van de christelijke traditie, niet noodzakelijk dat eerbied en onderdanigheid specifieke vormen van gedrag inhouden, zoals we die zien in het rooms-katholicisme of hoge anglicaanse kerkdiensten, waarin de gelovigen kunnen buigen, knielen, of zich op hun knieën werpen, lofprijzingen, dankwoorden en zegenwensen uitspreken en, in ruil daarvoor, zegeningen afsmeken. Binnen het christendom zijn vele bewegingen die verschillende gebruiken volgen: de quakers­ zijn daar een overtuigend voorbeeld van. Ze komen weliswaar bijeen in een sfeer van verering, maar er wordt niet aanbeden, door middel van vaststaande of gesproken gebeden, het zingen van hymnes of psalmen. Vaak wordt de hele bijeenkomst in stilte gehouden.

VIII.V. Varianten van Aanbidding ­– Christian Science

Op de vierde plaats is er in het christendom, zowel binnen de traditionele kerken als in een aantal betrekkelijk recent opgekomen groeperingen, de neiging om God in steeds abstractere termen te beschrijven. Aangezien enkele moderne theologen de opvattingen over God hebben geherdefinieerd, waarbij het standpunt als zou God een persoon zijn vaak wordt verlaten (zie hoofdstuk IV.III hierboven), lijken oudere ideeën over verering voor sommigen achterhaald. Uit opinieonderzoeken blijkt dat een toenemend aantal mensen dat in God gelooft, niet gelooft dat God een persoon is: in plaats daarvan menen zij dat God een kracht is. In nieuwe religieuze bewegingen zijn de vormen van “verering” soms aan deze moderne en abstracte opvattingen aangepast. Een voorbeeld hiervan is christian science. Aangezien deze beweging, die meer dan 70 jaar langer dan Scientology bestaat, veel op Scientology lijkt en omdat christian science sinds lange tijd als religie erkend wordt, zullen we hier wat dieper ingaan op de vorm van verering van deze beweging. Bij christian science wordt God gedefinieerd als “Beginsel”, “Leven”, “Waarheid”, “Liefde”, “Verstand”, “Geest” en “Ziel”. Deze onpersoonlijke abstracties vereisen geen onderwerping en verering en dergelijke uitingen komen ook maar weinig voor in de diensten van christian science. Wat Mary Baker Eddy, de stichtster van christian science, dacht over verering, is te vinden in haar boek Science and Health with Key to the Scriptures:

hardop bidden kan nooit werken als geestelijk begrijpen... Lange gebeden, bijgeloof en geloofsbelijdenissen kortwieken de sterke vleugelen der liefde en hullen religie in menselijke vormen. Alles wat verering verstoffelijkt, houdt de geestelijke groei van de mens tegen en belet hem zijn macht over dwaling te tonen. [pag. 4–5]

Hebt gij “den Heere uw God lief met geheel uw hart en geheel uw ziel en geheel uw verstand?” Dit gebod sluit veel in, namelijk het afstand doen van alle louter stoffelijke gewaarwording, genegenheid en verering. [pag. 9]

Met de geschiedenis van Jezus is een nieuwe tijdrekening begonnen, die wij de christelijke jaartelling noemen, maar hij heeft geen ritualistische verering ingesteld. [pag. 20]

Het is triest dat het woord godsdienstbeoefening zo algemeen de betekenis heeft gekregen van openbare erediensten en niet van dagelijkse daden. [pag. 40]

We vereren alleen geestelijk, voor zover wij ophouden stoffelijk te vereren. Geestelijke vroomheid is de ziel van het christendom. Door middel van de stof vereren is heidendom. Joodse en andere rituelen zijn slechts zinnebeelden en schaduwen van ware verering. [pag. 140]

De Israëliërs concentreerden zich op het stoffelijke in hun poging het geestelijke te vereren. Voor hen was het stoffelijke een substantie en de geest een schaduw. Zij meenden de geest van een stoffelijk standpunt uit te kunnen vereren, maar dat was onmogelijk. Zij riepen Jehova aan, maar kregen geen bewijs dat hun gebed was verhoord, omdat zij God niet voldoende begrepen om zijn genezingskracht te kunnen aantonen. [pag. 351]

Ofschoon de aanhangers van christian science tijdens de diensten bidden, wordt dat gebed vertaald in een aantal bevestigingen, overeenkomstig de leerstellingen van Eddy. Het stille gebed in christian science is een bevestiging van “waarheden” en geen smeekbede. God is een “beginsel” dat moet worden aangetoond, geen “wezen” dat rustig gehouden moet worden of gunstig gestemd moet worden. Verering bij christian science verschilt dus in vorm, stemming en uitdrukking van de verering in conventionele kerken.

VIII.VI. Verering wordt Gedefinieerd door haar Doelstellingen, niet door haar Vorm

De voorgaande opmerkingen over de varianten van verering geven aan – als rekening moet worden gehouden met al het passende empirische bewijs – dat er een veel ruimere definitie van verering nodig is dan die beperkt tot, en afhankelijk van, de aannames van één specifieke traditie. De vormen die in christelijke kerken traditioneel zijn, sluiten niet alle andere manieren uit waarin verering kan plaatsvinden en plaatsvindt (zelfs binnen christelijke kerken). Er moet onderscheid gemaakt worden tussen de uiterlijke vormen van verering (die individueel, lokaal, regionaal of nationaal kunnen zijn) en de doelen van verering, die we als universeel kunnen aanmerken. Het doel van verering is contact tot stand te brengen tussen degene die vereert en het bovennatuurlijke ultieme (wezen, voorwerp, wet, principe, dimensie, “reden van bestaan”, of “het belangrijkste”), op welke manier dat ultieme ook opgevat wordt door de religieuze stroming waar de vereerder toe behoort, met de bedoeling dat hij uiteindelijk verlossing of verlichting bereikt. Het benadrukken dat de bepalende kenmerken van verering in de doelen ervan ligt, maakt de culturele relativiteit van de verschillende vormen van verering duidelijk. Wanneer de verering eenmaal gedefinieerd wordt door verwijzing naar haar doelstellingen, kunnen we de diverse begrippen van het ultieme bevatten, van idolen tot bovennatuurlijke wetten. Een idool kan dus vereerd worden als een despotische eenheid die gunsten verleent of schade toebrengt; de verering van een antropomorfe godheid benadrukt eerder een relatie van vertrouwen, maar ook van afhankelijkheid; verering van geavanceerdere begrippen van een opperwezen plaatst minder nadruk op de emotionele flexibiliteit van de godheid; en benadrukt meer het zoeken naar harmonie van bepalingen in overeenstemming met meer algemene ethische principes; verering van een geheel abstracte ultieme waarheid, wet, of dimensie, neigt zich bezig te houden met de verspreiding van kennis, het bereiken van verlichting en het realiseren van het volledige menselijke potentieel. Al deze verschillend gespecificeerde doelen kunnen gezien worden als deel van de zoektocht van de mens naar verlossing, hoe verschillend deze ook opgevat kan worden. Eerbied voor het ultieme, voor de “reden van bestaan”, hoe deze ook weergegeven wordt, is een algemene eigenschap met betrekking tot het respect en de zorg voor het leven, die niet afhangt van enige cultuurgebonden gedragsvormen of normen.

VIII.VII. De Achteruitgang van de Poëtische Manier van Verering

In multireligieuze samenlevingen moet het begrip van waar verering uit bestaat in abstracte termen worden verwoord, als de religieuze diversiteit ten minste voldoende benadrukt moet worden. De recente en zich voortzettende trends in religie zijn richting een abstracte en meer universele uitdrukking ervan. Dit geldt niet alleen onder belangrijke theologen en de geestelijkheid, maar is ook duidelijk onder veel nieuwe religieuze bewegingen. In een wetenschappelijk en technologisch tijdperk, neigt het begrip van de mens van godheid, of de allerhoogste, begrepen te worden in termen die op zich meer overeenkomen met wetenschappelijke en technische ervaring, zelfs hoewel een dergelijke taal en conceptualisering tegengesteld zijn aan de traditionele poëtische verbeelding die ooit typerend was voor religieuze uitdrukking. De poëtische manier werd steeds meer opzij gezet, niet alleen bij nieuwe bewegingen, maar ook in de zogenoemde traditionele kerken, zoals bij de liturgische hervormingen in de rooms-katholieke kerk sinds het tweede Vaticaan en in de vervanging van het Book of Common Prayer in de Engelse kerk door gewonere uitdrukkingen in de taal van het land. Buiten deze kerken, in bewegingen zonder de verplichting van zelfs maar het geringste respect voor traditie, heeft de creatie van nieuwe taal en nieuwe liturgische vormen een nog grotere vlucht genomen. Een van deze bewegingen is Scientology.

VIII.VIII. Communicatie als Verering

Scientology presenteert een door en door abstract concept van het Opperwezen, als de Achtste Drijfveer. Scientologen proberen hun bewustzijn en begrip uit te breiden tot alle dimensies van zijn, met als doelstelling het voortbestaan te bevorderen, en deel te zijn van het voortbestaan van het Opperwezen of Oneindigheid. Scientologen eren het leven en erkennen God als een ultieme reden van bestaan, maar deze erkenning omvat geen specifieke vormen van gedrag die zelfs maar enigszins lijken op de gedragingen die in de traditionele christelijke kerken als “verering” beschouwd worden. Scientology is een beweging met mensen van verschillende religieuze achtergronden; die nieuwe begrippen over de schepping, de betekenis van het leven en verlossing benadrukt, en haar leerstellingen put uit meer dan één van de grote religieuze tradities, alsook uit brede wetenschappelijke oriënteringen. Het klopt daarom helemaal dat Scientology haar theorieën in abstracte en universele termen presenteert en haar idee van verering past daarbij. Het algemene standpunt wordt als volgt uitgedrukt: “In Scientology definiëren we verering in termen van communicatie. Hij die doelmatig kan vereren, is hij die zichzelf in staat acht om de afstand te reiken die nodig is om te communiceren met het Opperwezen.” [Scientology as a Religion, pag. 30].

Scientology is een beweging met mensen van verschillende religieuze achtergronden; die nieuwe begrippen over de schepping, de betekenis van het leven en verlossing benadrukt.

De essentie van Scientology is begrip door communicatie – communicatie met het eigen verleden van de thetan en met de omgeving, en in die zin lijkt ze op de communicatie die plaatsvindt in de christelijke verering, de communicatie die het individu met het gebed en in de eucharistieviering met de godheid zoekt, wanneer hij zich inderdaad gedraagt als een “communicant”, zoals de traditionele kerken het noemen. Het doel is grotendeels hetzelfde – de zuivering van de persoon, de rehabilitatie van zijn ziel als onderdeel van het langere-termijn proces van verlossing. In Scientology bestaan twee fundamentele vormen van zo'n communicatie – auditing en training.

Auditing, die plaatsvindt als een privé-communicatie door de persoon met zijn (de thetan’s) verleden vindt plaats door bemiddeling van de auditor en de E-meter, maar is in wezen een proces om het individu in beter contact te brengen met zijn ware en oorspronkelijke zelf, en probeert hem in die zin in contact te brengen met een fundamentele spirituele realiteit.

Training is in de Scientology Geschriften communicatie met de fundamentele waarheden en basis van het bestaan. Door verhoogd begrip probeert de persoon meer communicatie te krijgen met zijn basispersoonlijkheid, met anderen en met al het leven. Deze activiteiten hebben ook elementen die kenmerkend zijn voor verering, zelfs als aspecten als aanbidding (van een godheid), verouderde zorg om zijn verzoening en de oude procedures van smeken in deze moderne context overstegen worden.

VIII.IX. Het Scientology Doel van Voortbestaan

De belangrijkste term die het doel van de diensten die worden gehouden in een Scientology kapel, is “voortbestaan”, een concept, dat in de Scientology literatuur herhaaldelijk benadrukt wordt. “Voortbestaan” is echter alleen maar een modern synoniem voor het oude religieuzes begrip “verlossing”, en verlossing is het belangrijkste doel van verering in alle religies, het vestigen van contact tussen de machtige godheid en de afhankelijke aanbidder, wat de vermindering of verwijdering van ongepaste en kwaadaardige ervaringen tot gevolg zal hebben en de vermenigvuldiging van voordelen die tot het uiteindelijke voordeel van voortgezet leven zullen leiden. Scientology houdt zich bezig met de redding van de thetan, zijn bevrijding van de hindernissen van materie, energie, ruimte en tijd, en, op de kortere termijn, met zijn vermogen om fysieke gebreken en de wisselvalligheden van het dagelijkse leven te overwinnen. De thetan, als het transhumane wezen, of ziel, bestond voor het fysieke lichaam en heeft het vooruitzicht het te overleven. Dat voortbestaan hangt helemaal samen met het voortbestaan van de Achtste Drijfveer, het Opperwezen, en de Scientology diensten van auditing en training om het bewustzijn van deze ultieme realiteit te vergroten. Deze bieden de deelnemers dus een gelegenheid om hun erkenning van het bovennatuurlijke te hernieuwen en te versterken. In de brede zin zoals we hierboven hebben onderzocht, is dit een gelegenheid voor verering en verlichting.

VIII.X. Auditing en Training

De kernactiviteiten van Scientology zijn auditing en training. Dat zijn de middelen tot spirituele verlossing. Alleen met deze middelen kan de thetan – dat wil zeggen, het individu – bevrijd worden en de spirituele staat bereiken van “oorzakelijk zijn” over het leven en de materiële wereld. Auditing, waarbij het individu zijn eigen pijn en trauma's uit het verleden onder ogen ziet, help hem controle over zijn leven te krijgen en bevrijdt hem van de irrationele impulsen van het reactieve verstand. Er kan dus gesteld worden dat de preclear zich door geauditeerd te worden, begeeft op een spirituele zoektocht naar verlossing, waarvan de voordelen zich opstapelen en uiteindelijk leiden tot een staat waarin de thetan niet langer “geënturbuleerd” wordt door materiële omstandigheden (MERT). Zo'n spirituele zoektocht, met het uiteindelijke doel van verlossing, is het belangrijkste doel van alle geavanceerde religies. Hoe verschillend de uitwendige vormen en doctrinele specificaties ook mogen zijn.

Training is gericht op het overbrengen van wijsheid aan iedereen die verlichting zoekt, alsook aan degenen die anderen proberen te helpen bij hun poging om verlossing te bereiken. Bij deze processen wordt vereist dat het individu zijn eigen pijnlijke ervaringen uit het verleden onder ogen ziet en de neiging overwint om anderen de schuld te geven van zijn eigen tekortkomingen. Training hiervoor vindt plaats via een reeks hiërarchisch opgebouwde cursussen, waarin de student de technieken van auditing leert en perfectioneert die, wanneer de juiste standaard eenmaal is bereikt, verondersteld worden bij elke preclear doelmatig toegepast te kunnen worden. De training wordt georganiseerd als een omvangrijk programma, en iedereen die getuige is geweest van de geconcentreerde toewijding van degenen die de trainingscursussen volgen, zoals ik heb gedaan bij bezoeken aan de Church of Scientology in Saint Hill Manor, kan alleen maar onder de indruk zijn van de vastberadenheid en doelgerichtheid van de studenten, wat natuurlijk een religieuze betrokkenheid is.

VIII.XI. De Fout van Segerdal

Scientology is een religie die niet vooral langs traditionele lijnen van kerkgemeenten georganiseerd is. In een tijd waarin, bij de huidige revolutie van communicatie, de gevestigde kerken de beperkingen beginnen te erkennen van gemeentelijke structuren en te experimenteren met andere patronen van verering, heeft Scientology al een nieuwere en intensievere procedure van spirituele bijstand ontwikkeld. De een-op-een relatie die voor auditing nodig is en het intensieve systeem van training van auditors vormen een patroon van zorg voor de spirituele vooruitgang van elke specifiek individu, dat in zijn pastorale zorg veel verder gaat dan alles wat door conventionele vormen van gemeentelijke bijstand kan worden geboden.

In tegenstelling tot de algemene mening op dit punt, moet de status van gebruiken van Scientology als verering nog in de Rechtbanken behandeld worden. In een vroege zaak, Regina vs. Registrar-General Ex parte Segerdal and Another, 1970, kwalificeerde het centrale punt of een gebouw, dat de Scientology Kerk in stand hield in East Grinstead als een “plek voor religieuze vereringsbijeenkomsten”, op grond van het feit dat de diensten die de kerk daar hield, voldeden aan de criteria die gehanteerd werden om te bepalen waar verering uit bestond. Deze diensten bestonden uit wekelijkse preken en andere bijeenkomsten, doopplechtigheden, begrafenisdiensten en huwelijksceremoniën. Hoewel Lord Denning bij deze zaak oordeelde dat deze bepaalde diensten geen verering waren, ligt de kern van de religieuze gebruiken in de Scientology Kerk in feite in de procedures van auditing en training. Voor scientologen vindt in deze activiteiten verering plaats – als communicatie met de spirituele realiteit – en niet in de diensten waar het hof in Segerdal zich op richtte. Deze activiteiten van verering mogen dan natuurlijk wel niet overeenstemmen met het model dat opgeroepen wordt door de gerechtshoven die christelijke verering in gedachten hebben, aangezien ze geen eerbied voor een godheid zijn maar in het begrip van haar beoefenaars wél verering zijn.

Van het bovenvermelde (Hoofdstukken VIII.I–VIII.VI) is duidelijk dat lang niet alle religies uitgaan van een opperwezen. In de Segerdal-zaak verwees Lord Denning naar het boeddhisme als een uitzondering op het principe dat hij aanhing en zei dat er andere uitzonderingen zouden kunnen zijn. Waarom zou Scientology er geen van kunnen zijn? Als er uitzonderingen zijn, moeten dan geen vraagtekens gezet worden bij het principe zelf en wordt de gebruikte definitie daarmee niet geannuleerd? De tendens om, ondanks discussie over uitzonderingen, terug te keren tot nadruk op een Opperwezen, als een noodzakelijk element bij verering, geeft de mate aan waarin cultureel bepaalde veronderstellingen blijven bestaan, ondanks bewijs van het tegenovergestelde vanuit andere culturen. In feite erkent Scientology natuurlijk een Opperwezen, maar vat die eenheid op als iets wat niet gemakkelijk begrepen kan worden en waarmee communicatie, in dit stadium van menselijke verlichting, maar zelden voorkomt. Terwijl Scientology uitgaat van een Opperwezen, wordt dus niet verondersteld dat de mens dat Wezen gewoonlijk goed kan kennen. Dit betekent op zich een vorm van nederigheid, die soms ontbreekt bij religies waarin individuen aangemoedigd worden om stevigere aanspraken te maken om de wil en het verstand van God te kennen.

Gezien dit beperkte begrip van het Opperwezen, worden de houdingen van afhankelijkheid, die vaak voorkomen in het christendom, samen met het smeken, de verering, het prijzen en tussenkomen, ongepast. Ze zouden niet minder ongepast zijn voor christenen die de bewoordingen onderschrijven waarmee het Opperwezen gedefinieerd wordt door moderne theologen (zie Hoofdstuk IV.III). Eerbiediging ontbreekt niet onder scientologen, die creatie op zich als een onderwerp van eerbiediging beschouwen, maar zonder een God die wordt beschouwd in antropomorfische termen, zijn de elementen en vormen van verering die in de joods-christelijke traditie aangetroffen worden, niet langer toepasbaar. Wanneer de essentie van verering eerder in haar doel en doelstellingen blijkt te liggen dan in haar uiterlijke vorm, is het niet moeilijk toe te geven dat de gebruiken van Scientology een vorm van verering zijn.

IX. De Beoordeling van Scientology door Academici
DOWNLOAD HET WITBOEK