SECTIE III: REGELGEVING VERSUS RELIGIE

De Internal Revenue Service (IRS, Amerikaanse belastingdienst) gebruikt een dertienvoudige omschrijving van religie die nooit officieel als een verordening is geformaliseerd. Hij omvat 13 kenmerken, eigenschappen of criteria, waarvan de Internal Revenue Service edelmoedig zegt dat niet aan alle dertien voldoen hoeft te worden om als “religie” aangemerkt te worden. (Bron: Bruce Hopkins, The Law of Tax-Exempt Organizations 134 (3rd Ed. 1979).)

 1. “Een onmiskenbare juridische identiteit.” De Scientology Kerk is formeel opgenomen in vele jurisdicties in de Verenigde Staten en elders. (Sommige erkende religies zijn dat niet, zoals de Episcopal Church of de United Methodist Church, in ieder geval niet op nationaal niveau.)

 2. “Een erkend credo en vorm van verering.” De Scientology Kerk heeft een formeel credo dat zichtbaar is opgehangen in haar gebouwen. Zoals hierboven aangegeven, heeft het geen vorm van verering volgens het joods-christelijk gebruik en pretendeert ook niet dat te hebben.

 3. “Een permanent en duidelijk kerkelijk bestuur.” Zoals eerder aangegeven heeft de Scientology Kerk een uitgebreid lokaal, nationaal en internationaal systeem van organisatie en bestuur, maar of het “kerkelijk” is hangt af van het feit of de organisatie “religieus” is.

 4. “Een formele code van geloofsleer en discipline.” Buiten het rooms-katholieke Wetboek van Canoniek Recht, is er zelden een verzameling van “doctrines en disciplines” geweest die zo volumineus is als de officiële directieven en handleidingen van Scientology. Of het “doctrines en disciplines” zijn zoals de IRS heeft bedoeld, hangt wederom af van het feit of de inhoud ervan “religieus” is.

 5. “Een duidelijke religieuze geschiedenis.” Dit criterium is ook wederzijds afhankelijk. Scientology heeft een vrij “uitgesproken” geschiedenis met betrekking tot haar ontwikkeling sinds haar ontstaan in het begin van de jaren vijftig van de twintigste eeuw, maar of dat een “religieuze” geschiedenis vormt hangt af van het feit of ze al dan niet een “religie” is.

 6. “Een lidmaatschap dat niet verbonden is aan een andere kerk of overtuiging.” Dit kenmerk met betrekking tot exclusiviteit is tegenwoordig kenmerkend voor de meeste westerse religies, maar dat was niet zo voor de “mysterie” religies van Rome circa 200v.Chr.– 200 n.Chr.; iemand kon tegelijkertijd een aanbidder zijn van Mithra, van Isis en Osiris, en van Dionysus. Wederzijdse exclusiviteit is ook niet kenmerkend voor sommige oosterse religies. Scientology beweert niet dat ze “de enige echte” manier van geloof is, zoals de meeste westerse geloven dat doen, maar in werkelijkheid lijkt het de aandacht van de gelovige vast te kunnen houden, waardoor er weinig interesse bestaat voor andere geloofsvormen en het de religieuze behoeften en interesses lijkt te bevredigen van haar aanhangers.

 7. “Een complete organisatie van gewijde geestelijken die hun gemeente dienen en die worden geselecteerd na het voltooien van de voorgeschreven studies.” Als er iets is waar Scientology een overdaad aan heeft, dan zijn het “vrijwillig geestelijken” die de “voorgeschreven studies” hebben voltooid. Het aantal “stafleden” of fulltime beoefenaars in verhouding tot “leken (?)” of parttime beoefenaars is ongewoon groot, waarbij een “missie” een paar stafleden en een “kerk” er velen heeft, en een groot centrum zoals Los Angeles of Clearwater er honderden heeft. De kern van Scientology bestaat uit “voorgeschreven studies”, waaronder een cursus voor “vrijwillig geestelijke” voor een ieder die zich wil kwalificeren als auditor. De uitdrukking “het dienen van de gemeente” is wat lastiger toe te passen, omdat er in Scientology niet de één-op-één relatie bestaat tussen een geestelijke en een gemeente zoals in de meeste protestantse gezindten. Het patroon lijkt meer op een rooms-katholieke parochie, met verschillende priesters en nonnen die collectief honderden of duizenden parochianen dienen. (Aan de andere kant hebben verschillende erkende religies, zoals de traditionele Quakers en de Kerk van Jezus Christus, Scientist, helemaal geen “geestelijken” en een aantal schrijft hun parochianen ook geen “studies” voor.)

 8. “Een eigen literatuur.” Sommige religies voldoen niet aan dit kenmerk. Scientology wel. Het heeft voldoende “eigen literatuur” om iedereen wel twee keer daarmee te voorzien – mits het “religieuze” literatuur is.

 9. “Gevestigde plaatsen van verering.” Verspreid door het land bestaan er vele gevestigde Scientology organisaties en instellingen. Het zijn geen “plaatsen van verering” in de conventionele zin. Of het al dan niet plekken voor religieuze praktijken zijn hangt af van het feit of Scientology een religie is.

 10. “Stabiele gemeenten.” Scientology heeft centra waar een vrij stabiele clientèle voortdurend naar toe gaat voor de geestelijke bijstand die Scientology ter beschikking stelt, voornamelijk studie en counseling. Er zijn niet veel collectieve bijeenkomsten met betrekking tot organisatorische activiteiten waar alle of het grootste deel van de gemeenteleden worden verwacht naartoe te komen. Degenen die zich inschrijven voor Scientology cursussen ondertekenen een formulier waarin de aanvrager wordt omschreven als “een lid van Scientology Kerk Internationaal”, en er wordt administratie bijgehouden van deze aanvragers/inschrijvers/leden, waarvan de meesten gedurende langere of kortere perioden voortschrijden langs een ogenschijnlijk onuitputtelijk aantal niveaus van auditing enerzijds en training anderzijds (“De Brug” genaamd), waarvan de hogere niveaus alleen kunnen worden bereikt in Los Angeles en een paar andere centra, en de hoogste alleen in Clearwater, Florida, het hoofdkwartier van de Kerk op het westelijk halfrond.

Aldus kan er geconcludeerd worden dat elk Scientology centrum een vrij stabiele parochie heeft die zich handhaaft en die qua toetreden, verlaten, voortduring en verval niet veel anders is dan de “regelmatige bijeenkomsten” van de meer gebruikelijke religies. Of ze al dan niet het equivalent zijn van conventionele congregaties hangt wederom af van de vraag of Scientology een religie is.

 11. “Regelmatige religieuze diensten.” Zoals eerder aangegeven houdt Scientology volgens de ondervraagden vrij regelmatig zondagsdiensten. Hoewel ze niet worden gekenmerkt als “verering”, zouden ze gekwalificeerd kunnen worden als “regelmatige religieuze diensten” – mits Scientology een religie is. De diensten en de kapellen – evenals de kledij van de geestelijke, het aangepaste kruissymbool, de kerkelijke titels en de terminologie – lijken eerder geleend uit de heersende en conventionele vormen van het christendom, dan dat ze binnen Scientology zelf zijn ontstaan. Dit is niets bijzonders, want vele nieuwe religies lenen van de oudere om zichzelf een “schutkleur” aan te meten. De baptisten en quakers verkregen uiteindelijk erkenning als religie zonder dat ze gebruik maakten van conventionele religieuze symbolen uit hun tijd en zonder het voordeel van geestelijkheid, maar tijdens die ontwikkeling ondervonden ze hevige vervolging. Nieuwe religies zouden niet de attributen van de oudere hoeven na te bootsen teneinde te kunnen overleven, maar geaccepteerd moeten worden onder hun eigen voorwaarden. Hoe dan ook, deze symbolische elementen hebben op geen enkele wijze deel uitgemaakt bij het bepalen of Scientology wel of geen religie is.

 12. “Zondagsscholen voor het religieuze onderricht van jongeren.” Het bewijs voor dit punt is mager en tegenstrijdig. Sommige ondervraagden vertelden dat Scientology dergelijke scholen voor “religieus onderricht voor jongeren” niet heeft, maar zeker één vertelde dat ze wel bestaan en dat zijn kinderen naar zo’n school in Detroit gingen. Er bestaan religies die zich uitsluitend richten op volwassenen en daarom dergelijke scholen niet hebben. Dit criterium is ook wederzijds afhankelijk, want of het onderricht dat in dergelijke scholen wordt gegeven “religieus” is, hangt van de eerdere vraag af, namelijk of Scientology een religie is.

 13. Scholen voor het opleiden van haar geestelijken.” Scientology zelf is een enorme en oneindige geclassificeerde “school voor het opleiden van haar geestelijken”, indien men toegeeft dat de aldus gevormde functionarissen “geestelijken” zijn, wat weer afhangt van het feit of ze deel uitmaken van een religie.

De meeste van de voorgaande bewijzen zijn niet onweerlegbaar, maar rusten op de onderliggende vraag die hier aan de orde is, namelijk “Wat is een religie?” De definitie in Fellowship of Humanity is niet door andere rechtbanken aangenomen, alhoewel de Hoge Raad in de VS haar methode gevolgd kan hebben en haar resultaat in de zin van het erkennen van een “religie” kan hebben overgenomen, niet door de inhoud of de structuur te beoordelen, maar de functie. (Zie U.S. v Seeger, 380 U.S. 163 (1965), Welsh v. U.S., 398 U.S. 333 (1970), Torcaso v. Watkins, 376 U.S. 488 (1961).)

De criteria van de Internal Revenue Service zijn niet alleen wederzijds afhankelijk van elkaar maar ook zeer conventioneel. Ze werden opgesteld voor het lovenswaardige doel van het uitziften van “postordergemeenten”, die als dekmantel voor belastingontduiking dienden, maar zoals één commentator hierover schreef:

Deze criteria neigen ertoe van een organisatie te verwachten dat ze een volledig ontwikkelde beweging is en een patroon volgt dat overeenkomt met dat van de meeste geaccepteerde grote kerken. Ze erkennen niet dat er in een aantal religieuze organisaties die al sinds lange tijd als Amerikaanse kerken zijn erkend, substantieel van deze structuur is afgeweken... Christus en zijn kring van discipelen voldeden zeker niet aan deze criteria... Het is misschien nooit verstandig om een religie te beoordelen aan de hand van de staat van ontwikkeling waarin ze verkeert, omdat het vroege stadium niet alleen het meest aan verandering onderhevig is, maar doorgaans ook het meest kwetsbaar en belangrijk is. Het is juist dan, in deze staat van ontpopping, dat een op zichzelf staande religie de voordelen zou moeten genieten van religieuze bescherming.

– Worthing, Sharon, “‘Religion’ and ‘Religious Institutions’ Under the First Amendment” in 7:2 Pepperdine Law Review 344–345

1. Veel authentieker binnen haar eigen geschiedenis is de nautische symboliek die de organisatie doordrenkt, een overblijfsel van de jaren die L. RonHubbard op zee doorbracht met zijn naaste discipelen. Deze nautische nostalgie wordt voortgezet in de elite-organisatie genaamd “Sea Org”, waarvan de leden marine-achtige uniformen dragen tijdens het uitvoeren van hun functie en die de hoogste leidinggevende posities van de Kerk bekleden (een beetje zoals de geestelijke ordes het gedurende bepaalde perioden deden binnen de rooms-katholieke kerk). Elk lid van de “Sea Org” heeft een contract getekend voor een “miljard jaar” om Scientology tijdens opeenvolgende levens te dienen. Dat mag dan slechts een symbolische verklaring zijn, maar het is uniek aan Scientology en geeft een tijdsoverbruggende dimensie aan de organisatie die je niet zult vinden in niet-religieuze organisaties. Zelfs andere religieuze tradities die een beeld schetsen van een bepaalde vorm van reïncarnatie en die een fulltime, levenslange toewijding teweegbrengen bij hun meest toegewijde elites, trekken die toewijding niet door tot in de eeuwigheid.

IV. Een Definitie van Religie
DOWNLOAD HET WITBOEK