IV. De Invloed van Pathologische Gevallen

Een klein aantal dramatische en merkwaardige incidenten heeft het ontstaan van vijandige reacties op nieuwe religies verergerd. Of de Charles Manson familie, die in Californië afschuwelijke moorden beging, of de Symbionese Liberation Army, die terroristische daden beging, in enige juiste zin religieuze bewegingen waren, is twijfelachtig; de media waren echter maar al te geneigd ze als zodanig te beschrijven. Jim Jones, de centrale figuur in de Jonestown tragedie in Guyana in 1978, was een geestelijke – echter van een gevestigde geloofsovertuiging, de Disciples of Christ, niet van een nieuwe religieuze beweging. De moordpartij in Waco in 1993, de Solar Temple incidenten in Canada en Zwitserland in 1994 en de dodelijke activiteiten van Aum Shinrikyo in Japan in 1995, waren ziekelijke verschijnselen die behoorden bij nieuwe religies – echter bij bepaalde bewegingen, niet bij nieuwe religies in het algemeen. Dergelijke voorvallen komen gelukkig maar zelden voor en moeten in perspectief worden gezien: gezien de letterlijk duizenden nieuwe religies die werkzaam zijn in de geavanceerde industriële maatschappijen (westerse landen en Japan) kunnen dit soort bizarre voorvallen als hoogst uitzonderlijk worden beschouwd. Omdat deze tragedies bij iedereen diepe sporen hebben nagelaten en omdat ze – niet altijd geheel gerechtvaardigd – zijn toegeschreven aan nieuwe religieuze organisaties, is het beeld van al dergelijke bewegingen onterecht besmeurd geraakt. Toch is het feit dat de meeste nieuwe religieuze instituten functioneren als onschuldige instanties voor morele, sociale en spirituele steun voor hun aanhangers, ver verwijderd van de percepties die zijn verspreid in de morele paniek die over nieuwe religieuze groepen is ontstaan.

V. Inconsequente Aanklachten
DOWNLOAD HET WITBOEK