VI.
CONCLUSIES

Als resultaat van de analyse die wij hier hebben uitgevoerd, kunnen we concluderen dat Scientology een religie is in alle opzichten die in de huidige sociaal-wetenschappelijke discussie van de definitie van deze term aan bod komen en die wij hier hebben besproken.

Net zoals in de vele religies die internationaal de afgelopen tientallen jaren voor “religieus oproer” zorgden (onder meer de religies van oosterse origine, de pinksterbeweging en de Afro-Amerikaanse religies) bekleden religieuze ervaringen die buitengewoon en niet-alledaags zijn, een centrale plaats in Scientology. Net zoals in andere religies zijn dergelijke ervaringen enerzijds gemotiveerd, gereguleerd en geïnterpreteerd door doctrines, en worden zij anderzijds opgevat als bewijs van de juistheid van de kosmische visie die er door de groep op na wordt gehouden. Scientology voldoet daarom aan de substantieve definities van religie die tegenwoordig in de sociale wetenschappen worden gehanteerd.

... [we] kunnen concluderen dat Scientology een religie is in alle opzichten die in de huidige (...) discussie van de definitie van deze term aan bod komen.

Scientology beantwoordt ook aan het begrip religie zoals dat tegenwoordig wordt gedefinieerd vanuit een functionalistisch standpunt, aangezien het een geheel van geloofsovertuigingen is waardoor een groep mensen de fundamentele problemen van het leven betekenis geeft, zoals onrecht, lijden en de zoektocht naar de zin van het bestaan, alsmede een geheel van praktijken waarmee zij dergelijke problemen aangaan en bedoelen te overwinnen.

Zoals de meeste religies beweert Scientology het mysterie van het leven te hebben ontrafeld. Scientology verkondigt geen algemeen bekende arbitraire zin voor het menselijk leven; ze beweert de ware zin ervan te hebben ontdekt. Hiermee onderscheidt het zich van de humanistische zienswijzen: ze legt geen ethische normen en waarden op, noch stelt ze die voor, om het menselijke leven zinvol te maken. Integendeel, Scientology beweert werkelijk te weten wat de mens is en wat de zin van zijn leven is. Tegelijkertijd, en ondanks het gebruik van een soortgelijk vocabulaire, kan Scientology duidelijk van de wetenschappen worden onderscheiden, aangezien zij niet alleen wenst te beschrijven hoe dingen gebeuren, geen vragen formuleert en geen hypothesen voorstelt die kunnen worden tegengesproken en later veranderd. Scientology beweert echter de ware oorzaken te hebben ontdekt en biedt aan om die kennis met iedereen te delen. Daarom beantwoordt Scientology aan de vergelijkende definities van religie die religie onderscheiden van de humanistische zienswijzen.

De Scientology Kerk verwacht dat haar aanhangers religieuze mensen worden, in de zin die de analytische definities van religie aan die term toekennen. Scientology biedt inderdaad een samenhangend systeem van geloofsovertuigingen om haar aanhangers in staat te stellen in haar voornaamste doctrines te delen. Zij verwacht dat zij deelnemen aan kerkelijke plechtigheden en een directe ervaring van de ultieme werkelijkheid bereiken, informatie vergaren over de beginselen van hun geloof en resultaten ondervinden in hun dagelijkse leven. Daarom vormt de Scientology Kerk volgens de analytische definities van religie een religieuze instelling, aangezien haar verwachtingen met betrekking tot haar aanhangers overeenstemmen met wat dergelijke instellingen van religieuze mensen verwachten.

Van een emisch standpunt bekeken, stellen we ten slotte vast dat Scientology als religie wordt beschouwd in de meeste culturele omgevingen waarin zij actief is, onder meer in de uitspraken van overheidsinstanties, leden van de kerk in het algemeen en sociale wetenschappers die onderzoek naar nieuwe religieuze bewegingen hebben verricht.

In dit artikel hebben wij de overeenkomst bekeken tussen Scientology en de moderne definities van religie die in het vakgebied der sociale wetenschappen worden gehanteerd. Scientology lijkt echter ook te beantwoorden aan de definities van religie die zowel in de antropologie als in de sociologie als “klassiek” worden beschouwd.

In de sociologie verkoos Max Weber, die wordt beschouwd als de “vader” van de sociologie van religie, de term niet te definiëren (Weber 1964:1). Hij deelde de bekende religies volgens een groot aantal criteria echter uiterst nauwkeurig in een groot aantal soorten in. Scientology lijkt overeen te stemmen met een bepaald soort van “verlossingsreligies” die worden voorgesteld als een weg tot bevrijding van de ziel van reïncarnatie of de cyclus van geboorte en dood (Weber 1964:146). Onder de verlossingsreligies zou Scientology volgens de weberiaanse criteria worden ingedeeld bij de religies die:

  • opgericht werden door een profeet die een doctrine opstelde die gericht was op het mogelijk maken van de verlossing van de mensheid (Weber 1964:46)
  • gesystematiseerde rituelen hebben in een uitgebreid geheel van wetten die slechts via een speciale opleiding kunnen worden geleerd (154);
  • verklaren dat verlossing kan worden bereikt door een religieuze inspanning die gericht is op het vervolmaken van zichzelf (Weber 1964:156);
  • een procedure hebben ontwikkeld om de religieuze consecratie van de persoonlijkheid te bereiken (156); en
  • verklaren dat de inwijding van de persoonlijkheid inhoudt dat bovenmenselijke vermogens en de mogelijkheid om bovenmenselijke handelingen te verrichten worden bereikt (Weber 1964:157).

De overeenkomst tussen Scientology en dit soort verlossingsreligies (zoals bepaald door de categorieën van Weber) wordt uitgedrukt in de volgende alinea uit Wat is Scientology?:

“In tegenstelling tot [wat wordt beweerd door] hen die onderrichten dat de mens niet kan verbeteren en dat een jaar of zeventig in een lichaam het enige is dat men kan verwachten, bestaan er hogere staten dan die van de sterfelijke mens. De staat van OT bestaat echt en mensen bereiken die ook. Zoals elke andere verwezenlijking in Scientology, wordt hij geleidelijk bereikt. ...

Sommige wonderen van het leven zijn pas voor de allereerste keer ten volle aan het licht gebracht op de OT-niveaus. Een van de belangrijkste van deze wonderen is de kennis van onsterfelijkheid en vrijheid van de cyclus van geboorte en dood.

De weg is waarachtig en duidelijk aangegeven. Het volstaat om de voeten op de eerste sport van de ladder te zetten om op te klimmen naar Clear en vandaar hogerop naar het niveau van Opererende Thetan.

Door auditing kan de persoon de afstand overbruggen van homo sapiens, met zijn drugs, pijn, problemen, zorgen en vrees, naar hogere staten en naar vrijheid als spiritueel wezen. Zulke staten kunnen alleen via auditing worden bereikt. Ze bestaan echt, liggen binnen bereik en geven iemand zijn volledige natuurlijke vermogens terug.” (Wat is Scientology? 1992:222–223)

Met betrekking tot deze definitie is het centrale geloof van Scientology, zoals al eerder werd uiteengezet, dat de mens een thetan is, een geestelijk wezen dus.

In de antropologie wordt de definitie van religie van sir Edward Tylor als de meest klassieke beschouwd. Hij karakteriseerde religie als “het geloof in spirituele wezens” (Evans-Pritchard 1976:14–15). Met betrekking tot deze definitie is het centrale geloof van Scientology, zoals al eerder werd uiteengezet, dat de mens een thetan is, een geestelijk wezen dus. Het Scientology handboek zegt hierover tegen de lezers:

“Je bent een thetan, een spiritueel wezen. Je bent niet je ogen, niet je verstand, maar jezelf. Je hebt geen thetan, iets dat je van jezelf verwijderd houdt, je bent een thetan. Je spreekt niet over mijn thetan; je spreekt over jezelf.

Hoewel veel van wat Scientology gelooft, in de leer van vele andere grote filosofische tradities kan worden teruggevonden, biedt Scientology iets volkomen nieuws: een exacte weg waarmee iedereen de waarheid en eenvoud van zijn spirituele zelf kan terugvinden. ...” (Het Scientology Handboek 1994:iii)

Alejandro Frigerio, Ph.D.
Buenos Aires
1996

DOWNLOAD HET WITBOEK