II.
SCIENTOLOGY EN DE
VERGELIJKENDE DEFINITIES VAN RELIGIE

Sommige auteurs hebben de definitie van religie benaderd door religie te onderscheiden van andere zingevingssystemen (waaronder denksystemen of theoretische tradities worden verstaan die de werkelijkheid of de levenservaring duiden). Stark en Gluck (1965) maken bijvoorbeeld een onderscheid tussen de “humanistische zienswijzen”, die het menselijk leven zin proberen te geven, en religies, die daarentegen verkondigen dat zij paden hebben ontdekt of gebaand om de ware zin van het leven te ontdekken. Het onderscheid tussen de twee soorten systemen is, dat men in het geval van de humanistische zienswijzen het leven actief een betekenis wenst te geven waarover men het eens is en die in zekere mate een keuze behelst, terwijl de religieuze zienswijze ervan uitgaat dat het leven een betekenis heeft die voorafgaat aan de betekenis die de individuele mens of sociale groepering eraan wil geven en waarover men overeenstemming kan bereiken. Dienaangaande zegt Reginald Bibby:

“Religieuze zienswijzen houden de mogelijkheid in dat ons bestaan een betekenis heeft die voorafgaat aan de betekenis die wij het als mens besluiten toe te kennen. In tegenstelling daarmee schuift de humanistische zienswijze de zoektocht naar de betekenis van het leven terzijde om zich bezig te houden met het geven van een betekenis aan het bestaan.” (Bibby 1983, 103)

Vanuit dit oogpunt komt de vraag of Scientology een religie is neer op de vraag of zij een pre-existente betekenis voor het menselijk leven postuleert die waar en onaantastbaar wordt geacht te zijn. Met betrekking tot dit punt valt op te merken dat de mens door Scientology wordt gedefinieerd als een spiritueel wezen. Scientology verkondigt dat de mens geen geest (spirit, ook wel ziel genoemd – vert.) heeft, maar dat het individu een geest (spiritueel wezen) is. Deze geest wordt “thetan” genoemd, wat is afgeleid van de Griekse letter theta. Scientology verkondigt dat het individu als zichzelf bestaat als spiritueel wezen. De artistieke vermogens, de kracht van zijn persoonlijkheid en zijn individuele karakter zijn alle uitingen van de spirituele aard van het individu. De thetan vormt de persoon zelf.

Volgens Scientology bestaat de mens uit een lichaam, geordende fysieke substantie of bestanddelen; een verstand, dat bestaat uit beeldplaatjes, registraties van gedachten, conclusies, besluiten, waarnemingen en indrukken; en de thetan.

Volgens Scientology bestaat de mens uit een lichaam, geordende fysieke substantie of bestanddelen; een verstand, dat bestaat uit beeldplaatjes, registraties van gedachten, conclusies, besluiten, waarnemingen en indrukken; en de thetan. De thetan wordt beschouwd als de schepper van dingen. Hij bezit zelfs zonder verstand en lichaam leven en levenskracht en gebruikt het verstand als een systeem om de interactie tussen zichzelf en het fysisch universum te beheersen. Scientologen beweren dat de mens een thetan is en dat de thetan de bron van alle schepping, onsterfelijk en het leven zelf is, met een potentieel onuitputtelijke creativiteit en, indien hij geen deel uitmaakt van het fysisch universum, ook het potentiële vermogen om dit universum van materie, energie, ruimte en tijd te beheersen.

Anderzijds verkondigt Scientology uitdrukkelijk dat training in de doctrine een inzicht oplevert in de mens, zijn mogelijkheden en de moeilijkheden waarvoor hij zich geplaatst ziet, dat veel verder gaat dan wat in de menswetenschappen of sociale wetenschappen wordt onderwezen. Met de kennis van de principes van Scientology is iemand in staat om te begrijpen waarom bijvoorbeeld sommige mensen slagen en anderen niet, waarom de ene mens gelukkig is en de andere niet en waarom sommige relaties standhouden en andere uiteenvallen. Training in Scientology stelt iemand die zijn best doet, in staat om het mysterie van het leven te ontrafelen en een absoluut inzicht te verwerven in de onsterfelijke aard ervan. Door de leer van L. Ron Hubbard die door de kerk wordt verspreid, kan de persoon de ontwikkeling van al zijn bekwaamheden bewerkstelligen, die de “acht drijfveren” omvatten die in haar kosmische visie worden gepostuleerd. Deze drijfveren of gebieden waarop het menselijke handelen zich uitdrukt, zijn:

1. Het individu; 2. Gezin en seks; 3. Groepen; 4. De mensheid; 5. Alle levensvormen; 6. Het fysisch universum; 7. Spiritualiteit; en 8. Het oneindige of Opperwezen. (Scientology 0-8: Het Boek met de Basiskennis, pagina 83–93)

De leer van de kerk heeft als doel het bewustzijnsniveau van de persoon te verhogen zodat hij alle drijfveren van zijn leven kan beheersen en beïnvloeden.

Kortom, Scientology beweert, net zoals de meeste andere religies, het mysterie van het leven te hebben ontrafeld. Scientology verkondigt geen arbitraire betekenis voor het menselijk leven, maar beweert de ware betekenis te hebben ontdekt. Hiermee onderscheidt ze zich van humanistische zienswijzen: ze legt geen ethische normen en waarden op, noch stelt voor, om het menselijk leven zinvol te maken. Integendeel, Scientology beweert werkelijk te weten wat de mens is en wat de betekenis van zijn leven is. Tegelijkertijd en ondanks het gebruik van een soortgelijk vocabulaire, kan Scientology duidelijk van de wetenschappen worden onderscheiden, aangezien zij niet wenst te beschrijven hoe dingen gebeuren, geen vragen formuleert en geen hypothese voorstelt die kan worden tegengesproken en mogelijk gewijzigd. Scientology beweert echter de ware oorzaken te hebben ontdekt en nodigt mensen uit in die kennis te delen.

III. Scientology en de Functionalistische Definities van Religie
DOWNLOAD HET WITBOEK