De Verklaring over Religie, Mensenrechten en de Samenleving van de Scientology Kerk Internationaal, die werd uitgereikt tijdens de Grootse Opening van haar nieuwe kantoor in Brussel, is een openbare bekendmaking van de principes die hand in hand gaan met onze mensenrechtenprogramma’s. Het document geeft een overzicht van de officiële positie van veel van de cruciale zaken die vandaag de dag spelen: de rol van religie in de samenleving, vrijheid van godsdienst, vrijheid van meningsuiting, democratie, rechtvaardigheid, betrekkingen tussen kerk en staat, vrijheid van informatie, multiculturele samenlevingen, de rechten van ouders en kinderen en nog veel meer.
Inleidende verklaring
Religie is vandaag de dag een onderwerp van veel discussie en kritische beschouwingen. Maar op geen enkel moment is de beschavende invloed van religie zo belangrijk geweest als nu. De grondlegger van de Scientology religie, L. Ron Hubbard, gaf aan dat religie het meest op de voorgrond tredende gemeenschapsgevoel is. “Wanneer er in de samenleving geen religieuze invloeden zijn, of wanneer die wegvallen, dan erft de staat de totale last van het maatschappelijk zedelijk besef, de misdaad en de intolerantie”, schreef hij. “De staat moet dan bestraffing en politie gaan gebruiken. Maar dit heeft weinig succes, want als zedelijk besef, integriteit en zelfrespect al niet van nature in iemand aanwezig zijn, zal het opleggen ervan weinig succes hebben. Ze kunnen alleen tot stand komen door spiritueel bewustzijn en het doordrongen worden van de spirituele waarde van deze eigenschappen. Er zou meer rede en een grotere emotionele motivatie moeten bestaan om ethisch, enz., te zijn, dan dreiging met disciplinaire maatregelen.”
Thomas van Aquino was van mening dat heilige doctrine een wetenschappelijke verhandeling is die voortvloeit uit principes die bekend gemaakt worden door het licht van een hogere wetenschap, de wetenschap van God, en dat aangezien zowel het geloof als rede de waarheid ontdekken, een conflict tussen deze twee onmogelijk is, omdat ze beide hun oorsprong hebben in God. Dus in plaats van tegenover elkaar te staan, moeten religie en wetenschap elkaar aanvullen, waarbij religie als een leidende hand dient voor de enorme wetenschappelijke ontdekkingen van ons tijdperk, opdat deze bijdragen aan vrede, tolerantie en mensenrechten ten behoeve van iedereen.
We leven in een wereld waar vele oplossingen die naar voren kwamen als remedie voor de meest dringende problemen in de wereld, de spirituele aard van de mensheid negeerden. De verhevenheid van de zielloze psychiater boven de geestelijkheid heeft er niet voor gezorgd dat deze problemen werden opgelost. Integendeel, de uitbarsting van intolerantie, de plaag van drugsmisbruik, de toenemende gebreken van ongeletterdheid, misdaad en immoraliteit en de snelle toename van het terrorisme en internationale conflicten demonstreren de nutteloosheid om deze problemen met puur wetenschappelijke oplossingen te willen aanpakken.
Religie en overtuiging vervullen beide een belangrijke rol in de samenleving, niet alleen voor het individu, maar ook voor de samenleving als geheel. De Scientology Kerk gelooft dat een herbevestiging van de vooraanstaande rol van de menselijke geest voor een heropleving in onze beschaving zal zorgen. Met die fundering in gedachten, geloven wij dat het naleven van de volgende leefregels, de basis zal vormen voor de bevordering van religieuze vrijheid, gerechtigheid en vrede in de wereld en voor de bescherming van mensenrechten.
Individuele Rechten
1. Elke persoon, ongeacht ras, huidskleur, geslacht of etnische afkomst, is een spiritueel wezen, die respect en waardigheid verdient.
2. Iedereen heeft een verantwoordelijkheid, in het belang van het algemeen welzijn, om zo te handelen dat hun gezin, hun gemeenschap en de gehele samenleving hiermee worden verbeterd. Zoals L. Ron Hubbard schreef, “Een wezen is slechts zo waardevol als hij anderen kan dienen”.
3. Iedereen heeft het recht om zijn geloof en geloofsbelijdenis te kiezen. Dit recht omvat tevens de vrijheid om vrijwillig ervoor te kiezen om zijn godsdienst of overtuiging te veranderen. Noch staten noch religieuze groeperingen hebben het recht om direct of indirect toezicht uit te oefenen op iemands religieuze overtuigingen. Noch mogen staten iemands vrijheid belemmeren om zich te verenigen met religieuze groeperingen of deze te verlaten.
4. Iedereen heeft het recht om zich voor religieuze doeleinden met anderen te verenigen, zaken met hen te organiseren en om hun religieuze overtuigingen uit te drukken, te beoefenen en deze te verspreiden. Vrijheid van religie of overtuiging moet het recht omvatten om in het bezit te zijn van de geschriften en teksten van de religie die iemand kiest, om privé en openbaar religieuze diensten te leiden en om zijn kinderen groot te brengen volgens zijn religieuze traditie, zonder zich te bemoeien met hun eigen recht op vrijheid van religie of overtuiging en met hun recht om die vrijheid uit te oefenen bij het bereiken van de volwassenheid.
Verantwoordelijkheid voor de Bescherming en Bevordering van Mensenrechten
5. Staten moeten doeltreffend het recht beschermen op religieuze vrijheid voor alle burgers, burgergroepen, ouders en jeugdige leden van de gemeenschap, om ervoor te zorgen dat hun beleid wat betreft religieuze minderheden in overeenstemming zijn met de principes van gelijkheid en non-discriminatie, zowel in de publieke als in de private sector. Staten mogen zichzelf niet de verantwoordelijkheid toe-eigenen over het geweten van het individu door een bepaald geloof of overtuiging te bevorderen, op te leggen of er censuur op uit te oefenen of om te discrimineren op grond van religie of overtuiging. Staten moeten een klimaat van tolerantie scheppen wat betreft geloofsovertuigingen van minderheden. Als er enige verschillen ontstaan tussen een staat en een religie, moet de staat in goed vertrouwen een dialoog aangaan met de religie, waarbij gebruik wordt gemaakt van preventieve maatregelen wat betreft nationale en internationale conflicten om dergelijke geschillen op te lossen.
6. Enige beperking om de vrijheid van religie of overtuiging te uiten, mag alleen worden toegestaan indien deze a) wordt voorgeschreven door de wet, b) noodzakelijk is voor de bescherming van de openbare veiligheid, orde, gezondheid of normen en waarden, en c) geen verdere beperkende middelen gebruikt dan strikt noodzakelijk om ervoor te zorgen dat deze zo wordt toegepast dat individuele en collectieve rechten op vrijheid van gedachte, geweten en religie niet worden aangetast. Staten mogen geen misbruik maken van hun wetshandhaving of regulerende bevoegdheden om acties te rechtvaardigen die direct of indirect religieuze overtuigingen en praktijken schenden. Pogingen om onder het mom van ordehandhaving individuen of groepen gerechtelijk te vervolgen voor het beoefenen van hun religie leidt tot ketterijrechtszaken die ingaan tegen fundamentele vrijheden.
7. Racisme, vreemdelingenhaat, seksisme, etnische en ideologische ongelijkheid en alle vormen van religieuze discriminatie vertegenwoordigen een plaag voor de samenleving en moeten worden veroordeeld.
8. Zoals beschreven in de Verklaring over de Principes van Tolerantie die is uitgegeven door de UNESCO, de Organisatie van de Verenigde Naties voor Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur, zijn de media verplicht om zich te onthouden van het verspreiden van informatie die denigrerend is voor minderheden, met inbegrip van religieuze praktijken en overtuigingen van minderheden. Tolerantie zorgt ervoor dat mensenrechten en pluralisme gerespecteerd worden door respect, aanvaarding en waardering te eisen van de rijke verscheidenheid van onze wereldreligies, rassen, etnische groepen en culturen. Het is niet alleen een morele plicht; het is ook een wettelijk vereiste. Staten moeten strikt neutraal blijven inzake religieuze kwesties. Publieke informatie- en voorlichtingscampagnes van de staat over minderheidsgroeperingen mogen niet discriminerend of lasterlijk zijn of bezoedeld worden door ideologische of partijdige indoctrinatie. Op dezelfde manier moet de media een constructieve rol spelen en zorgen voor het vermijden van het aanmoedigen van vreemdelingenhaat, racisme, seksisme, antisemitisme, uitsluiting, marginalisering, kleinering en discriminatie die gericht zijn tegen religieuze en andere minderheden.
9. Staten moeten pluralisme en diversiteit respecteren en promoten, want in afwezigheid hiervan is recht onmogelijk. Ieder mens heeft het recht op gelijke behandeling, ongeacht kleur, ras, religie, geslacht, etnische afkomst of andere onderscheidende kenmerken.
10. Ernstige voorvallen van intolerantie en discriminatie treden in vele plaatsen in de wereld op ten nadele van de rechten van de mens en fundamentele vrijheden. Staten en organisaties in de particuliere sector moeten de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens toepassen, alsmede de Verklaring van de Verenigde Naties uit 1981 inzake de Uitbanning van Alle Vormen van Intolerantie en Discriminatie op Basis van Religie of Overtuiging, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, de Algemene Opmerking van de Mensenrechtencommissie Artikel 18 dat Religie of Overtuiging definieert en discriminatie tegen nieuwe religies en religies van minderheidsgroeperingen verbiedt, en alle andere internationale en regionale mensenrechten hulpmiddelen om een cultuur van tolerantie te bevorderen om voor iedereen het recht op vrijheid van religie en overtuiging te beschermen.
De Rechten van Kinderen
11. De rechten van ieder kind moeten worden gewaarborgd en beschermd zonder discriminatie van welke aard dan ook, ongeacht het ras van het kind of van zijn of haar ouders of wettelijke vertegenwoordigers, hun huidskleur, geslacht, taal, godsdienst, politieke of andere overtuiging, nationale, etnische of maatschappelijke afkomst, eigendommen, handicap of enige andere status.
12. Onderwijsinstellingen moeten op scholen actief en oprecht een cultuur bevorderen van tolerantie voor minderheden en ideologieën. Ze moeten ervoor zorgen dat onderwijskundige literatuur religieuze, raciale en etnische minderheden op een positieve manier afschilderen door het creëren van materialen en cursussen die pluralisme en diversiteit prijzen.
Betrekkingen tussen Kerk en Staat
13. Kerk en staat moeten gescheiden zijn. Maar zonder enig geloofssysteem op te leggen, moeten deze religieuze instellingen en de staat wel samenwerken om de kern van de problemen op te lossen die de maatschappij kwellen. Religieuze organisaties hebben een recht en een verantwoordelijkheid om zich bezig te houden met positieve activiteiten die de maatschappij tot nut zijn.
14. In dit tijdperk van intercontinentale reizen en ogenblikkelijke internationale communicatie, zijn multiculturele samenlevingen onze bestemming. Verschillende religieuze, raciale en etnische groeperingen moeten leren om respect voor elkaar te hebben en in vrede en vriendschap te leven. Waar een scheiding plaatsvindt tussen verschillende segmenten van de gemeenschap, moeten religieuze organisaties zich verenigen om barrières te overbruggen en het conflict op te lossen.
Vrijheid van Meningsuiting en Openbaarheid van Bestuur
15. Vrijheid van meningsuiting en expressie maken de kern uit van de democratie. Iedereen heeft het recht om zonder inmenging een mening te hebben en iedereen heeft het recht op vrijheid van meningsuiting, waaronder ook valt de vrijheid om informatie en ideeën van allerlei soorten te ontdekken, te ontvangen en te verspreiden, niet beperkt door enige grenzen, hetzij mondeling dan wel via welke media dan ook van zijn of haar keuze. Niemand mag onderworpen worden aan enige vorm van belemmering, benadeling of sanctie vanwege zijn of haar geuite mening, ideeën of overtuigingen.
16. Staten moeten zich houden aan de Johannesburg Principes over Nationale Veiligheid, Vrijheid van Meningsuiting en Toegang tot Informatie. Openbare instellingen moeten gemakkelijk toegankelijk zijn voor burgers. Openbaarheid van Bestuur is een remedie voor overmatige geheimhouding en een bolwerk tegen corruptie. Overwegingen in verband met de nationale veiligheid mogen niet worden misbruikt als excuus om burgers de mogelijkheid te onthouden om toegang te hebben tot de acties van hun regering en deze te onderzoeken.
17. De rechtsregel, gerechtigheid en eerlijkheid worden ondermijnd door onjuiste informatie en haatpropaganda over minderheidsgroeperingen en hun leden. Staten moeten ernaar streven om alleen accurate, neutrale en noodzakelijke gegevens over individuen en organisaties te bewaren. Iedere persoon moet redelijke toegang hebben tot informatie over henzelf die regeringen over hen bewaren. Indien die informatie onjuist blijkt te zijn, moet iedere persoon het recht hebben om ervoor te zorgen dat die wordt gecorrigeerd.
Vrijheid van Onmenselijke Behandeling
18. Niemand mag worden geëxecuteerd. Staten moeten de doodstraf afschaffen. Eén onschuldige persoon die onterecht wordt geëxecuteerd is er één te veel.
19. Niemand mag ooit gedwongen worden om elektroshockbehandeling, psychochirurgie, of gedwongen behandeling met bewustzijnsveranderende middelen te ondergaan. Staten moeten dit soort mishandeling in de wet verbieden.
Democratie en Vrede
20. Totalitaire regimes zijn niet acceptabel aangezien zij systematisch mensenrechten ontkennen en proberen om fundamentele vrijheden te onderdrukken. Intergouvernementele organisaties, democratische landen, religieuze organisaties en mensenrechtenorganisaties moeten samenwerken met mensen en organisaties in deze landen in een campagne om voor een vreedzaam herstel van democratische principes en waarden te zorgen in totalitaire staten.
21. Oorlog is geen oplossing. In dit nucleaire tijdperk kunnen we ons gewoonweg niet veroorloven om middels gewapende conflicten nationale of internationale kwesties op te lossen. Het oplossen van conflicten door middel van naar behoren gevormde en erkende instellingen, diplomatie en dialoog vertegenwoordigen middelen die veruit superieur zijn aan oorlog om geschillen mee op te lossen en moeten de voornaamste middelen zijn die de Verenigde Naties en de internationale gemeenschap gebruiken om gewapende conflicten te vermijden. Religies moeten in harmonie samenwerken om de dialoog, vrede en tolerantie te bevorderen, waarmee een sfeer van vertrouwen en begrip wordt gecreëerd waarmee verschillen opgelost kunnen worden die in het verleden voor oorlog en haat hebben gezorgd.
22. Democratie is de beste regeringsvorm die ontwikkeld is. Zij stelt tirannie buiten de wet en plaatst de overheid in de positie dat deze eerder de groep dient, dan dat de groep de overheid dient. Burgers moeten worden aangemoedigd om deel te nemen in burgerlijke zaken en zich bezig te houden met het proces van het bestuur door middel van stemmen en door petities aan te bieden aan hun regering voor hervormingen en het herstel van onrecht. De ware kwaliteit van een democratie blijkt uit hoe een overheid volledige en gelijke rechten biedt aan minderheden.
Verkondigd en uitgegeven op deze dag,
17 september 2003, ter viering van de Grootse Opening van het Europese Kantoor voor Publieke Aangelegenheden en Mensenrechten van de Scientology Kerk Internationaal, Wetstraat 91, Brussel.