De toonaangevende beslissing over de definitie van religie in het Britse Gemenebest, dat als zodanig is erkend in zowel Australië als in Nieuw-Zeeland, is de beslissing van de Hoge Raad van Australië met betrekking tot de Scientology religie in Church of the New Faith vs. Commissaris van de Loonbelasting (1983) 1 VR 97. De Hoge Raad heeft vastgesteld dat de Scientology Kerk “eenvoudig de zware last van het laten zien dat ze religieus is, heeft volbracht. De conclusie dat ze een religieuze instelling is die recht heeft op belastingvrijstelling is onweerlegbaar.” Bij het bereiken van die conclusie formuleerde de Hoge Raad de volgende definitie: “Geloof in een bovennatuurlijk wezen, ding of principe; en acceptatie en inachtneming van normen der betamelijkheid om dat geloof in de praktijk te brengen.”*
Vandaag de dag is dat besluit van de Hoge Raad de standaard die de basis vormt voor het bepalen van wat een religie is ten behoeve van de Australische charitatieve wet. Het officiële onderzoek van de Australische regering naar de Definitie van Charitatieve Instellingen en Verwante Organisaties uitgegeven in 2001, achttien jaar na de beslissing van de hoogste rechterlijke autoriteit van Australië, haalt deze rechtszaak aan als “de belangrijkste Australische bron over de vraag wat een religie is... De Hoge Raad kwam tot de conclusie dat Scientology een religie is. Aangaande de vraag over de huidige benadering van de betekenis van religie, biedt de Scientology rechtszaak de beste toelichting...”
“De conclusie dat [de Kerk] een religieuze instelling is die recht heeft op belastingvrijstelling is onweerlegbaar.”