De Scientology Kerk is in Spanje officieel erkend als een religie. Op 31 oktober 2007 vaardigde het Nationale Gerechtshof in Madrid een unanieme, historische beslissing uit die het recht op religieuze vrijheid in Spanje bekrachtigde door te erkennen dat de Nationale Scientology Kerk van Spanje een religieuze organisatie is en recht heeft op het volledige arsenaal van religieuze rechten die voortkomen uit het opgenomen worden in het Register van Religieuze Entiteiten van de regering.
Deze erkenning betekende het einde van een tijdperk waarin Spaanse scientologen werden gedwongen om te strijden voor hun recht op religieuze vrijheid. Het zuiverde de Scientology Kerk in Spanje van blaam en markeerde een nieuw begin voor alle Spaanse scientologen.
“Het Hof beslist dat we de gedaagden vrij moeten spreken en hen hierbij dus zonder voorbehoud vrij spreken.”
Tegenwoordig bestaat er geen twijfel over de legitieme status van Scientology als een van de wereldreligies. Scientology is volledig ontwikkeld in haar theologische leer, religieuze praktijk en organisatie. De omvang en reikwijdte van de religie omvat meer dan elfduizend Scientology Kerken, missies en verwante organisaties in landen over de hele wereld.
Historische Beslissing voor Religieuze Vrijheid
De beslissing aangaande de Scientology Kerk is erg belangrijk om een aantal redenen. Als eerste erkende het Nationale Hof de juridische status van de Nationale Scientology Kerk van Spanje als een “religieuze groep” en erkende haar fundamentele recht, samen met dat van de parochianen, op haar collectieve uitoefening en uiting van religieuze vrijheid.
Ten tweede stelde het Nationale Hof vast, nadat zij het bewijs in de zaak had onderzocht, dat er geen probleem bestond met de openbare orde en dat de Kerk religieuze doeleinden nastreeft, zoals verlangd wordt door artikel 3.2 van de Organieke Wet van Religieuze Vrijheid.
In de derde plaats stelde het Nationale Hof vast dat de principes van religieuze vrijheid en de religieuze-registratie criteria, die ontwikkeld en opgesteld zijn door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens voor toepassing in Europa en door het Spaanse Gerechtshof voor toepassing in Spanje, op de Scientology Kerk en de Scientology religie van toepassing moeten zijn.
Het Nationale Hof onderzocht grondig de vormende documenten, doeleinden en doelstellingen van de Scientology Kerk om ontegenzeglijk te bepalen dat de Nationale Scientology Kerk van Spanje het recht heeft om als een religie te worden geregistreerd onder de Spaanse wet.
In het bijzonder stelde het Nationale Hof vast dat het recht van de Scientology Kerk om zich als een religieuze organisatie te registreren blijk geeft van haar recht op religieuze vrijheid en haar recht op de collectieve uitoefening van de Scientology religie. Bij het bereiken van deze conclusie, bevestigde het Hof het principe:
Dat de inschrijving van een religieuze entiteit in het Register boven alles de erkenning impliceert van haar juridische status als religieuze groep, dat wil zeggen, de identificatie en toelating in de Wet van een groep mensen die van plan zijn om, met vrijheid van dwang, hun fundamentele recht op de collectieve uitoefening van religieuze vrijheid te beoefenen zoals deze wordt bepaald door artikel 5.2 van de Spaanse Religieuze Vrijheidswet.
Het Nationale Hof vertrouwde ook op beslissingen van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, met name op de unanieme beslissing van 5 april 2007 aangaande Scientology Kerk van Moskou vs. Rusland, die bevestigde dat de Scientology Kerk het recht heeft op de rechten en beschermingen van religieuze vrijheid die horen bij religieuze organisaties overeenkomstig Artikel 9 van het Europees Verdrag voor de Bescherming van de Rechten van de Mens en Fundamentele Vrijheden (EVRM), een internationaal mensenrechtenverdrag dat Spanje heeft ondertekend en geratificeerd. Het Hof voor de Rechten van de Mens formuleerde fundamentele principes van religieuze vrijheid en pluralisme in haar beslissing om de rechten van religieuze vrijheid van scientologen en hun religieuze associaties te handhaven.
De uitspraak van het Nationale Hof is uitermate belangrijk, omdat het wederom een officiële erkenning vertegenwoordigt van de Scientology Kerk als een religieuze organisatie in Europa en wel door een prominente lidstaat van de Europese Unie. De beslissing van het Nationale Hof eist dat scientologen en hun religieuze connecties dezelfde rechten en privileges hebben als leden van andere geregistreerde religieuze organisaties in Spanje.
Het Nationale Hof stoelt zich ook op het oordeel van het Hof van Straatsburg aangaande de Scientology Kerk van Moskou vs. Rusland en oordeelde dat de Scientology Kerk het recht heeft om te worden geregistreerd als een religieuze organisatie in Spanje en het laat zien dat de fundamentele principes van religieuze vrijheid die verwoord zijn in de Russische zaak van toepassing zijn op alle 47 lidstaten die deel uitmaken van de Europese Gemeenschap en de EVRM hebben ondertekend en geratificeerd. De beslissing van het Nationale Hof toont aan dat de Scientology Kerk het recht heeft op het volledige arsenaal van rechten van religieuze vrijheid, die door de EVRM in elk land gegarandeerd wordt dat het verdrag heeft onderschreven en geratificeerd.
Scientology, Recht op Registratie als Religieuze Entiteit “Als een Manifestatie van haar Recht op Vrijheid van Religie”
In het vonnis van het Nationale Hof, dat de weigering van het Ministerie van Justitie om de Kerk als een religieuze organisatie te registreren te niet deed, stelde het vast dat de Scientology Kerk van Spanje het recht had om te worden geregistreerd als een religieuze entiteit “als een manifestatie van haar recht op vrijheid van religie”.
De Spaanse rechter merkte op dat dit recht op religieuze vrijheid beschermd wordt door Artikel 16 van de Spaanse Grondwet. Het Hof merkte ook op dat het verzoek van de Scientology Kerk om religieuze registratie fundamentele rechten impliceerde die, in overeenstemming met Artikel 10.2 van de Grondwet, moeten worden uitgelegd naar aanleiding van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
In het licht van de noodzaak om zich te houden aan een fundamentele internationale mensenrechtenautoriteit, vertrouwde het Spaanse Hof zich ook op belangrijke principes met betrekking tot de vrijheid van religie die ontwikkeld en geformuleerd zijn door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Het Hof constateerde dat het Europees Hof voor de Rechten van de Mens heeft verklaard dat het recht op religieuze vrijheid, beschermd door Artikel 9 van het EVRM: “vormt een van de pijlers van de democratische samenleving” en dat deze vrijheid in verband moet worden gebracht met de noodzaak om religieus pluralisme te verzekeren. Het Hof constateerde ook dat “het recht op religieuze vrijheid zoals deze begrepen wordt door de [EVRM] enige evaluatie van de kant van de Staat uitsluit wat betreft de legitimiteit van religieuze overtuigingen of hun wijze om deze uit te drukken”. Eveneens constateerde het Hof dat de “plicht van neutraliteit en onpartijdigheid”, zoals deze wordt voorgeschreven door Artikel 9 van het EVRM, “onverenigbaar is met deze evaluatie van de legitimiteit van overtuigingen”.
En in het bijzonder, observeerde het Spaanse Hof dat deze fundamentele principes van religieuze vrijheid “opnieuw zijn bevestigd” in recente uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaronder het oordeel van het Hof van Straatsburg aangaande Scientology Kerk van Moskou vs. Rusland.
Het Hof constateerde toen dat het Spaanse Constitutionele Hof, in haar besluit van 15 februari 2001 (46/01), de criteria vaststelde voor zaken aangaande religieuze vrijheid voor de interpretatie van deze fundamentele principes die ontwikkeld zijn door het Hof voor de Rechten van de Mens. Het Hof vatte deze criteria als volgt samen:
- De erkenning van de rechtspositie van een organisatie als een “religieuze groep” en hun “fundamentele recht op de collectieve uitoefening van religieuze vrijheid zoals deze wordt bepaald door Artikel 5.2 van de Spaanse Religieuze Vrijheidswet” vrij van dwang.
- De gespecificeerde “status” van religieuze entiteit die is verleend door registratie in het Register is algemeen geldend en is niet alleen bedoeld om de rechtsgeldigheid van een religieuze entiteit te erkennen. Deze beschermt ook concrete uitingen van religie die “leden van de groep of de ingeschreven gemeente in de uitoefening van hun fundamentele rechten uitvoeren” om ervoor te zorgen dat ze “op zo’n manier mogelijk worden gemaakt dat de collectieve uitoefening van religieuze vrijheid zonder dwang, obstakels of verstoringen van welke aard dan ook kan worden uitgeoefend”.
- Het registratieproces “geeft de Staat niet de macht” om ook maar enige controle te hebben om te beoordelen of hetzij religieuze overtuigingen of de middelen waarmee dergelijke overtuigingen worden uitgedrukt, legitiem zijn.
- Aangezien registratie een essentiële manifestatie is van religieuze vrijheid, wordt elke poging van de Staat om dat recht te beperken, onderworpen aan een streng onderzoek; in overeenstemming daarmee hebben de autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor registratie geen beoordelingsbevoegdheid om registratie te ontzeggen “maar in plaats daarvan is haar handelswijze aan regels gebonden”.
Door deze fundamentele principes over religieuze vrijheid en over religieuze registratievoorwaarden op deze zaak toe te passen, onderzocht het Hof bewijsmateriaal over de vestiging van de Scientology religie in Spanje, haar religieuze doeleinden en doelstellingen, haar religieuze activiteiten en functies, haar beleidsregels, haar representatieve organisaties en haar management entiteiten.
Geen Schendingen van Openbare Orde
Daarnaast onderzocht het Hof, voortvloeiend uit Artikel 3.2 van de Organieke Wet van Religieuze Vrijheid, ook of de Staat al dan niet beperkingen kon opleggen op de religieuze vrijheid van de Kerk vanwege openbare orde of vanwege het door de Kerk najagen van enige niet-religieuze doeleinden. Het Hof stelde dat er geen dergelijk bewijs bestond:
De positieve conclusie die ten gunste van haar religieuze entiteit pleit komt overduidelijk tevoorschijn uit haar reglementen, alsook uit de doctrine/leerstellingen die gepresenteerd zijn en ook uit het feit dat de associatie vergelijkbaar is met andere associaties die rechtmatig geregistreerd zijn in officiële registers in landen met een soortgelijke jurisprudentie en cultuur.
Gebaseerd op deze bevindingen, “verklaarde het Hof het recht van de [Nationale Scientology Kerk van Spanje] op haar registratie in het Register van Religieuze Entiteiten van het Ministerie van Justitie”.
Gevolgen: Fundamentele Rechten die voortvloeien uit de Registratie
Het besluit van het Spaanse Nationale Hof dat de Scientology Kerk moet worden behandeld als een “religieuze groep” dat rechten en beschermingen geniet die dergelijke groepen gegeven zijn, voortvloeiend uit het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens en de Spaanse Grondwet, vertegenwoordigt weer een andere gerechtelijke uitspraak die erkent dat de Scientology Kerk niet anders dan enige andere religieuze organisaties moet worden behandeld en dat de Kerk en haar leden recht hebben op religieuze vrijheid, beschermd door de internationale wetgeving over mensenrechten en nationale wetten.
Het is ook belangrijk om op te merken dat een aantal fundamentele rechten voortvloeien uit de religieuze registratie in Spanje. Het Spaanse Constitutionele Hof stelde in haar besluit van 15 februari 2001 een aantal van de belangrijkste voordelen vast die gepaard gaan met registratie, waaronder “een houding van respect door de Staat voor het credo en haar religieuze praktijken”, het verschaffen van “vereiste bescherming” door de Staat van religieuze praktijken en een voorkeursbehandeling door de Staat met betrekking tot “de werkelijke en effectieve handhaving” van de rechten van de Scientology Kerk en haar parochianen op religieuze vrijheid. Het Constitutionele Hof constateerde ook het volgende:
- Erkenning voorziet een religieuze organisatie van een bepaalde status die blijkt uit de volledige onafhankelijkheid die toegekend wordt door Artikel 6.1 van de Organieke Wet over Religie, waarbij religieuze instellingen of kerkgenootschappen “hun eigen regels kunnen stellen over organisatie, intern gedrag en regelingen voor medewerkers”. De bevoegdheid tot zelfregulering kan het vaststellen inhouden van de structuur van de instellingen voor het vervullen van hun doelen.
- Erkenning vereist “inachtneming” van de religieuze overtuigingen van zulke organisaties. Erkenning voorziet ook in specifieke bescherming tegen degenen die, “met geweld de daden, functies, ceremoniën of uitingen van de religieuze kerkgenootschappen bedreigen, oproer veroorzaken, voorkomen, onderbreken of verstoren, die opgenomen zijn in de overeenkomstige publieke Registratie van het Ministerie van Justitie...”
- Erkenning heeft als gevolg dat “toestemming voor een huwelijk kan worden gegeven, zoals deze is vastgelegd door geregistreerde religieuze kerkgenootschappen, onder de voorwaarden die overeengekomen zijn met de Staat of anderszins geautoriseerd zijn door haar wetgeving”, om zo het huwelijk in iedere vastgestelde religieuze vorm te kunnen voltrekken overeenkomstig civiele regels, zoals uiteengezet in de wet.
- Registratie vormt de basis voor de aanname van “maatregelen die nodig zijn om religieuze assistentie te verlenen aan het leger, het ziekenhuis, de gezondheidszorg, de gevangenis en andere instellingen en ook voor de religieuze training van het publiek in onderwijscentra”.
Spaanse experts zijn het eens: Scientology is een Wereldreligie
De uitspraak van het Nationale Hof bevestigt de weloverwogen adviezen van Spanje’s meest vooraanstaande experts op het gebied van vergelijkende godsdienstwetenschappen, de geschiedenis van religie, religieuze studies en sociologie, die allen unaniem van mening zijn dat Scientology een religie is. Onder deze eminente Spaanse geleerden die tot deze conclusie zijn gekomen vallen Urbano Alonso Galan, doctor in de filosofie en licentiaat in de theologie, Gregoriaanse Universiteit en de St. Bonaventure Pontifical faculteit, Rome (Scientology: Een Echte Religie), en Dionisio Llamazares, professor in Kerkelijk Recht, Universiteit Complutense de Madrid (Juridische Studie van Religieuze Denominaties in de Spaanse Wetgeving).
Dr. Galan, een van de belangrijkste religieuze geleerden in de hele wereld, die gediend heeft als moderator in Oecumenische Congressen onder leiding van het Vaticaan en wie met Paus Johannes XXIII en Paus Paulus VI heeft gewerkt aan godsdienstige zaken, heeft vele jaren Scientology bestudeerd, door het doorwerken van geschriften en het bijwonen van religieuze ceremonies en praktijken in verschillende landen. Hij concludeert:
Vanuit mijn standpunt als theoloog en filosoof, en op basis van mijn studie van de Scientology religie in de praktijk en haar geschriften, kan ik ten stelligste bevestigen dat Scientology in de volste zin van het woord een religie is. Wanneer men de overtuigingen en praktijken van de Scientology religie aan een onderzoek onderwerpt, ontdekt men een gemeenschap van personen die zijn verenigd rond een complex geheel van geloofsopvattingen, een zoektocht naar het oneindige, het heilige en de juiste plaats van de mens in relatie tot het goddelijke.
Deze conclusie dat Scientology een religie is die door vooraanstaande Spaanse experts is getrokken, weerspiegelt de meningen van de meest vooraanstaande experts uit andere landen over de hele wereld. (Zie Experts concluderen: Scientology is een Echte Wereldreligie)
De Scientology Kerk is een wereldreligie die vandaag de dag in Spanje en over de hele wereld groeit. Op dit moment is Spanje het thuis van duizenden scientologen die in het hele land hun geloof belijden en hun erediensten houden in Scientology Kerken, missies en verwante groepen.
Conclusie
De 31 oktober 2007 beslissing van het Nationale Hof in Madrid die het recht van de Nationale Scientology Kerk van Spanje erkende om te worden geregistreerd als een religieuze entiteit, bevestigt en bepaalt definitief wat mensenrechtenexperts, academici en vele internationale en nationale rechtbanken al hebben bevonden: Scientology is een bonafide religie en de Scientology Kerk is een religieuze gemeenschap die het recht heeft op het volledige arsenaal van mensenrechten die bij dergelijke organisaties en hun parochianen horen.