II.
OPDRACHT

Door de Scientology Kerk werd mij gevraagd om mijn expertise te geven op twee belangrijke kwesties: (1) de mate waarin apostasie in nieuwe religieuze bewegingen voorkomt en (2) de betrouwbaarheid van de verhalen van apostaten over hun vroegere geloof en belijdenis ervan. Deze twee kwesties zijn van cruciaal belang om tot een juist begrip van nieuwe religieuze bewegingen te komen omdat zulke apostaten vaak, in uiteenzettingen in de media en zelfs in wetenschappelijke studies over niet-traditionele religieuze bewegingen, als betrouwbare informanten worden uitgekozen wat betreft hun vroegere geloof en belijdenis. Daarbij zijn er een beperkt aantal apostaten die schadevergoedingen eisten, en daarbij hun vroegere geloofsgemeenschap aanklaagden voor bedrieglijke en frauduleuze praktijken of voor lichamelijke en emotionele dwang. Geregeld zijn deze individuele rechtzoekenden als getuige-deskundigen opgetreden doordat ze in rechtszaken tegen nieuwe religies door regeringsinstanties of door vijandig andersdenkenden naar voren werden geschoven.

In het verleden werden apostaten ronduit veroordeeld voor hun ontrouw aan hun geloof.

Door het feit dat de media speciale aandacht besteedde aan apostaten van nieuwe religieuze bewegingen en aan hun toevlucht naar de rechtbank vanwege vermeend geleden schade door hun vroegere religieuze groep, ontstond in deze eeuw een sterke verandering van de publieke houding ten opzichte van apostaten en de aanpak ervan. In het verleden werden apostaten ronduit veroordeeld voor hun ontrouw aan hun geloof. Sterker nog, de strafmaatregelen die tegen de apostaat door de religieuze groepering die hij de rug had toegekeerd genomen werden, werden vaak door het gezag van de staat nog eens bekrachtigd. In tegenstelling hiermee is het de afgelopen jaren waarschijnlijker dat de apostaat strafmaatregelen neemt tegen de religieuze groepering, waarbij hij soms door de wet gesteund wordt. Apostaten van nieuwe religieuze bewegingen worden vaak eerder als slachtoffers gezien dan als overlopers op grond van de weerzinwekkende negatieve verhalen die ze over hun religieuze verleden vertellen. Maar de vraag blijft of deze verhalen van apostaten over hun religieuze connecties en activiteiten betrouwbaar zijn.

De bijzondere interesse die de Scientology Kerk heeft in de vraag over de betrouwbaarheid van apostaten is gebaseerd op het feit dat zij het doel is geweest van “onthullingen” door de media op basis van gegevens van apostaten en van civiele procedures. Vooruitlopend op de volledige discussie die hieruit zal volgen ben ik op grond van mijn opleiding en mijn eigen wetenschappelijk onderzoek ervan overtuigd, dat een apostaat niet kritiekloos geaccepteerd mag worden door de massa media, de wetenschappelijke wereld, de rechtspraak of overheidsinstanties als een betrouwbare bron van informatie wat betreft nieuw religieuze bewegingen. De apostaat dient altijd beschouwd te worden als iemand die geneigd is om een bevooroordeeld verhaal te vertellen over de religieuze overtuiging en belijdenis van zijn of haar vroegere religieuze connecties en activiteiten.

III. Apostasie in het Verleden
DOWNLOAD HET WITBOEK