I. Inleiding

Ik moet duidelijk maken dat ik geen scientoloog ben. Integendeel, ik ben al meer dan 40 jaar1 een gewijde methodistische geestelijke. Ik ben niet per se een voorstander van de overtuigingen en praktijken van Scientology en zou kritisch kunnen zijn op een aantal daarvan. Maar ik houd me bezig met vrijheid van religie, wat een essentieel onderdeel is van een democratische samenleving.

In 1971 werd ik benaderd door vertegenwoordigers van Scientology, aangezien mijn belangstelling voor de betekenis van religie bekend was door mijn publicaties en mijn aanstelling als professor van vergelijkende religiestudies aan de Universiteit van Londen. Ik bestudeerde de literatuur die me was toegestuurd en ik achtte het juist om informatie uit de eerste hand te verkrijgen door vertegenwoordigers van de beweging te ontmoeten en het Engelse hoofdkantoor te bezoeken.

Saint Hill Manor, East Grinstead, is een oud uitgebreid gebouw met voldoende maar niet erg uitgebreid terrein. Mijn bezoek was gepland maar, zoals vaak gebeurt, was ik een half uur te vroeg en in de gelegenheid om enige tijd in mijn eentje wat rond te wandelen. Door geruchten over scientologen, verwachtte ik half dat er bewaking bij de ingang zou staan, of zelfs waakhonden, maar alles was open en ik reed onopgemerkt het parkeerterrein op. Ik ging toen gebouwen binnen waar studenten bezig waren, zag open klaslokalen, en ging uiteindelijk de kapel binnen die lijkt op vele Free Church gebouwen.

Op veel plaatsen hingen foto’s van Ron Hubbard en teksten op de muur gaven bijna zijn aanwezigheid aan, zoals “Haast je niet, je zou Ron tegen het lijf kunnen lopen”. Toen het koor de kapel binnenkwam, waren er een aantal opvallende woorden in hun processie-hymne: “Alleen deze vent maakte de weg bekend”. Daar klinkt de stem van religieus dogmatisme. Het is mogelijk dat, net als Boeddha, Ron Hubbard bovennatuurlijke autoriteit zal worden toegeschreven en zelfs een godheid zal worden, in functie als niet in theorie. Maar er zijn andere geloofsartikelen die tegen deze richting indruisen. De zondagsdienst ’s middags was druk bezocht met mensen van alle leeftijden, die vrolijk waren en meededen. Dhr. Justice Ashworth merkte op dat “De geestelijke de mensen tegemoet treedt en ze begroet”, maar dit is gebruikelijk in kerken van verschillende gezindten. De geestelijke droeg een priesterboord en een soort kruis of ankh, maar dit is vertoon van religie, niet haar kern. Er waren hymnen, een tijd van stilte die een gebed omvatte, en een preek waarin God verschillende keren werd genoemd.

1. Professor Parrinder schreef zijn essay in 1977.

II. De Plaats van God in het Scientology Geloof
DOWNLOAD HET WITBOEK