De bovenstaande analyse laat zien dat de zeven dimensies van religie, zoals vastgesteld door Smart, allemaal in Scientology aanwezig zijn. De analyse laat ook zien dat hoewel Scientology haar eigen onderscheidende kenmerken heeft, veel van haar overtuigingen en praktijken lijken op, of gelijk zijn aan die van een of meer andere erkende religies.
...hoewel Scientology haar eigen onderscheidende kenmerken heeft, [lijken] veel van haar overtuigingen en praktijken op, [zijn] of gelijk aan die van een of meer andere erkende religies.
De vraag of Scientology een religie is, is ook overwogen door de Hoge Raad van Australië (The Church of the New Faith v. The Commissioner for Payroll Tax, Australian Law Journal Reports 57 [1983]: 785ff.). De unanieme mening van die Raad was dat Scientology een religie ís. Bij hun beoordeling van dat speciale geval, gebruikten rechters Mason en Brennan twee criteria van religie: “(i) geloof in een bovennatuurlijk Wezen, Ding of Principe; en (ii) de acceptatie van gedragsregels om uitvoering te geven aan dat geloof” (Australian Law Journal Reports 57 [1983]: 785). Rechters Wilson en Deane gebruikten vier criteria als hulpmiddelen bij het bepalen of een bepaald systeem van ideeën en praktijken een religie vormde:
(i) dat de bepaalde verzameling ideeën en/of praktijken geloof in het bovennatuurlijke inhielden, dat wil zeggen, geloof dat de realiteit verder ging dan wat waargenomen kon worden met de zintuigen; (ii) dat de ideeën betrekking hadden op de aard van de mens, zijn plek in het universum en zijn relatie tot bovennatuurlijke dingen; (iii) dat de ideeën door volgelingen werden geaccepteerd als een eis of aanmoediging om bepaalde gedragsregels te volgen of aan bepaalde praktijken met bovennatuurlijke betekenis deel te nemen; (iv) dat ze, hoe los verbonden en verschillend van overtuiging en praktijken volgelingen ook mogen zijn, een herkenbare groep of herkenbare groepen vormden. (Australian Law Journal Reports 57 [1983]: 785)
Eén of meer van de rechters overwogen bij dit geval in het bijzonder het feit dat er aanvullingen op de overtuigingen en praktijken van Scientology geweest zijn nadat het voor het eerst geformuleerd werd; dat Scientology er niet op staat dat volgelingen andere religieuze betrekkingen opzij zetten en dat Scientology praktijken een grote commerciële nadruk hebben. De Rechters concludeerden dat geen van deze feiten Scientology diskwalificeerden van erkenning als religie; dergelijke beweringen kunnen op verschillende momenten in hun geschiedenis ook van sommige andere erkende religies worden gedaan.
Om de in de voorgaande analyse gegeven redenen vind ik dat Scientology terecht als een religie wordt beschouwd. Naast de duidelijke eigen kenmerken die de erkende religies typeren, heeft Scientology haar eigen onderscheidende kenmerken – bijzondere overtuigingen en praktijken die haar eerder als een andere religie neerzetten dan als geen-religie.
Alan W. Black
24 januari 1996
