I. PROFESSIONELE ACHTERGROND

Als socioloog met een specialisatie in het bestuderen van religie, is mij gevraagd me te verdiepen in de vraag “Is Scientology een religie?” Bij het beantwoorden van die vraag geef ik geen oordeel over de waarheid of onwaarheid van Scientology. In plaats daarvan weeg ik of Scientology voldoet aan de criteria die gewoonlijk gebruikt worden om een religie mee te definiëren. Deze criteria zijn niet geheel duidelijk: verschillende schrijvers hebben verschillende definities gegeven. Ze gaan helemaal van de definitie van W. G. Runciman,1 die de term gebruikt als synoniem voor “ideologie”, tot die van Werner Cohn,2 die beweert dat het Engelse woord “religion” zo complex en zo cultureel bepaald is, dat het onjuist is dit te gebruiken met verwijzing naar enig aspect van niet-westerse of niet tot het christendom bekeerde culturen.

De meeste geleerden op dit gebied zouden het er niettemin over eens zijn dat een religie een systeem van overtuigingen en praktijken is met een bovennatuurlijk, heilig of bovenzintuiglijk referentiepunt. In overeenstemming met dit uitgangspunt is het mogelijk de verschillende kenmerken te identificeren die bij de meeste, zo niet alle, erkende religies worden aangetroffen. Hoe meer een bepaald systeem van overtuigingen en praktijken deze kenmerken vertoont, hoe duidelijker men het kan beschouwen als een religie.

Bij het vaststellen van de kenmerken die typisch bij religies aangetroffen worden, zal ik gebruik maken van het raamwerk, dat werd opgesteld door Ninian Smart, een van de vooraanstaande geleerden op het gebied van wereldreligies.3 Aangezien ik de grote lijnen van dit raamwerk al in enkele van mijn eerdere publicaties heb gebruikt,4 wordt het niet alleen gebruikt voor de doelstellingen van de huidige studie.

Ik ben geen scientoloog. Voor het formuleren van mijn conclusie heb ik een gedetailleerde studie gemaakt van de publicaties van Scientology, de activiteiten van de Scientology Kerk in Sydney geobserveerd en enkele van de deelnemers geïnterviewd. Ik ken ook verschillende sociologische studies van Scientology in andere delen van de wereld.

De belangrijkste Scientology publicaties die ik bestudeerd heb volgen hieronder, gerangschikt naar de data waarop ze voor het eerst werden gepubliceerd:

Dianetics: De Leidraad voor het Menselijk Verstand (1950)

Dianetics: De Ontwikkeling van een Wetenschap (1950)

De Wetenschap van het Voortbestaan (1951)

Gevorderde Procedure en Axioma’s (1951)

Scientology: Een Historisch Verhaal van de Mens (1952)

Scientology 8-80 (1952)

Scientology 8-8008 (1952)

De Phoenix Lezingen (presentatie 1954, gepubliceerd 1968)

Het Ontwikkelen van Menselijke Vermogens (1955)

Scientology: De Grondbeginselen van het Denken (1956)

Heeft u al eens eerder geleefd? (1960, herzien en uitgebreid 1977)

Inleiding tot de Ethiek van Scientology (1968, herzien en updated 1989)

Scientology 0-8: Het Boek met de Basiskennis (1970)

De Achtergrond en Ceremoniën van de Scientology Kerk (1970)

Missie in de Tijd (1973, een uitgebreide versie van Een Test van het Terugroepen van het Gehele Tijdspoor, 1968)

De Weg naar een Gelukkig Leven (1981)

Het Begrijpen van de E-meter (1982, herzien 1988)

Wat is Scientology? (1992)

Het Scientology Handboek, gebaseerd op de werken van L. Ron Hubbard (1994)

De Scientology Kerk, 40e Verjaardag (1994)

Alle bovengenoemde publicaties zijn officiële publicaties binnen de Scientology Kerk, en bijna allemaal geschriften van L. Ron Hubbard. De niet helemaal door Hubbard geschreven publicaties zijn er in grote mate aan ontleend. De hiernavolgende citaten en verwijzingen zijn volgens de laatst beschikbare Engelse editie.

1. W. G. Runciman, “The Sociological Explanation of ‘Religious’ Beliefs”, Archives Européennes de Sociologie 10 (1969):149–191.

2. Werner Cohn, “Is Religion Universal? Problems of Definition”, Journal for the Scientific Study of Religion 2 (1962): 25–33.

3. Smart was van 1967 tot 1982 hoogleraar in religieuze studies aan de Universiteit van Lancaster (in Groot-Brittannië). Hij is sinds 1976 professor in het Departement van Religious Studies aan de Universiteit van Californië in Santa Barbara, en is thans de J. F. Rowney Professor of Comparative Religions daar.

4. Bijvoorbeeld, Alan W. Black en Peter E. Glasner, editors. Practice and Belief: Studies in the Sociology of Australian Religion, Sydney: Allen en Unwin, 1983.

II. Dimensies van Religie
DOWNLOAD HET WITBOEK