II.
STELSEL VAN GELOOFSOVERTUIGINGEN

Om het stelsel van geloofsovertuigingen van Scientology te kunnen beoordelen, kan de wetenschapper beschikken over een ruime hoeveelheid religieus materiaal. Verder moet de wetenschapper er rekening mee houden dat Scientology, net zoals elke andere religieuze traditie in de geschiedenis, een organische entiteit is die een ontwikkeling heeft doorgemaakt en deze nog steeds doormaakt. Hierbij kunnen de belangrijkste geschriften van L. Ron Hubbard genoemd worden, zoals Dianetics: De Leidraad voor het Menselijk Verstand, Scientology: De Grondbeginselen van het Denken; De Phoenix-lezingen, alsmede de omvangrijke trainings- en managementhandboeken, maar deze vormen slechts het topje van de ijsberg van alle Scientology geschriften. Centraal staan echter de geschriften van L. Ron Hubbard, de enige bron van inspiratie voor alle Scientology leerstellingen die betrekking hebben op auditing en training.

Uit mijn gesprekken met scientologen en mijn bestudering van de Scientology geschriften is gebleken dat leden van de Kerk fundamentele beginselen onderschrijven, waarin zij belijden dat de mens in principe goed is, dat de geest kan worden gered en dat genezing van zowel lichamelijke als geestelijke kwalen voortkomt uit het spirituele wezen. Het credo van Scientology luidt als volgt:

Wij van deze Kerk geloven

Dat alle mensen, van welk ras, welke huidskleur of welk geloof dan ook, met gelijke rechten werden geschapen.

Dat alle mensen het onvervreemdbare recht hebben hun eigen religie in praktijk te brengen.

Dat alle mensen een onvervreemdbaar recht hebben op hun eigen leven.

Dat alle mensen een onvervreemdbaar recht hebben op geestelijke gezondheid.

Dat alle mensen een onvervreemdbaar recht hebben op hun eigen verdediging.

Dat alle mensen een onvervreemdbaar recht hebben om hun eigen organisaties, kerken en overheden te vormen, te kiezen, te helpen en te ondersteunen.

Dat alle mensen een onvervreemdbaar recht hebben vrij te denken, vrij te spreken, vrij hun eigen mening op papier te zetten en tegen de mening van anderen in te gaan of erover te spreken of te schrijven.

Dat alle mensen een onvervreemdbaar recht hebben hun eigen soort te creëren.

Dat de zielen van mensen ook de rechten hebben van mensen.

Dat de studie van de geest en de genezing van mentaal veroorzaakte ziekten niet aan de religie mag worden onttrokken of op niet-religieuze gebieden mag worden gedoogd.

En dat geen instantie, minder dan God zelf, de macht heeft om deze rechten, openlijk of heimelijk, op te schorten of terzijde te schuiven.

En wij van deze Kerk geloven

Dat de Mens in wezen goed is.

Dat hij ernaar streeft om voort te bestaan.

Dat zijn voortbestaan afhangt van hemzelf en van zijn medemensen, en van het bereiken van broederschap met het universum.

En wij van deze Kerk geloven dat de wetten van God de Mens verbieden

Om zijn eigen soort te vernietigen.

Om de geestelijke gezondheid van een ander te vernietigen.

Om de ziel van een ander te vernietigen of tot slaaf te maken.

Om het voortbestaan van zijn kameraden of zijn groep te vernietigen of te verkleinen.

En wij van deze Kerk geloven

Dat de geest kan worden gered.

En dat de geest, als een opzichzelfstaande entiteit, het lichaam kan redden of genezen.

Dit credo komt voort uit de Scientology leer over de Acht Drijfveren en is hierop een aanvulling. Een “drijfveer” is een drang, impuls of neiging om te overleven op de niveaus van zelf, seks (waaronder het gezinsleven), groepen, de hele mensheid, alle levende dingen, het complete fysisch universum, het spirituele wezen en tenslotte de Oneindigheid of God. In tegenstelling tot bepaalde populaire voorstellingen van Scientology heeft de Kerk altijd vastgehouden aan het geloof in de spirituele dimensie en met name in een Opperwezen. In de eerste uitgaven van Scientology: De Grondbeginselen van het Denken, staat uitdrukkelijk: “De Achtste Drijfveer is de drang tot bestaan als Oneindigheid. Deze wordt ook wel gezien als het Opperwezen.” (Scientology: De Grondbeginselen van het Denken. Los Angeles: The Church of Scientology of California, 1956, pagina 38.) Van de gemiddelde gelovige van Scientology wordt verwacht dat hij of zij zich zo volledig mogelijk ontwikkelt op alle acht drijfveren en zo een begrip van het Opperwezen ontwikkelt, of zoals scientologen liever zeggen, Oneindigheid.

Scientologen definiëren de geestelijke essentie van het menselijk bestaan als de “thetan”, die moet worden gezien als een gelijkwaardige tegenhanger van het traditionele begrip ziel. Zij geloven dat deze thetan onsterfelijk is en in vorige levens verschillende lichamen heeft gehad. De Scientology leer over vorige levens heeft veel gemeen met de boeddhistische leer van samsara, ofwel zielsverhuizing. Er wordt verder ingegaan op de ziel in de volgende paragraaf. III (a).

Scientologen definiëren de geestelijke essentie van het menselijk bestaan als de “thetan”, die moet worden gezien als een gelijkwaardige tegenhanger van het traditionele begrip ziel.

Het Credo van Scientology kan worden vergeleken met de klassieke christelijke geloofsbelijdenis van Nicea (325 n.Chr.), de lutherse belijdenis van Augsburg (1530 n.Chr.) en de presbyteriaanse belijdenis van Westminster (1646 n.Chr.). Dit omdat dit credo, evenals deze oudere credo’s, de hoogste waarden van het leven voor de gelovige precies omschrijven, voorschriften geven voor gedrag en erediensten houden in overeenstemming met het credo en die daardoor een groep aanhangers vormt die dit credo onderschrijft. Evenals de klassieke credo’s geeft het credo van de Scientology Kerk betekenis aan bovenzinnelijke werkelijkheden: de ziel, geestelijk afwijkend gedrag ofwel zonde, genezing door middel van de geest, de vrijheid van de gelovige en spirituele gelijkheid van iedereen.

Overeenkomstig hun credo maken de scientologen onderscheid tussen het “reactieve” of passieve (onbewuste) verstand en het “analytische” of actieve verstand. In het reactieve verstand worden wat aanhangers “engrammen” noemen, opgeslagen. Engrammen zijn geestelijke sporen van pijn, verwonding of schok. Er wordt aangenomen dat het reactieve verstand engrammen bevat die teruggaan tot het embryonale stadium en nog verder terug, zelfs tot in eerdere levens. Deze theologische betekenis van “engrammen” lijkt sterk op de boeddhistische leerstelling van de “kluwen van verwarring” die overblijft van eerdere reïncarnaties en die een belemmering vormt voor het bereiken van de staat van verlichting. Scientologen geloven dat, zolang iemand niet van deze engrammen is bevrijd, zijn vermogen om te overleven op de acht drijfveren, zijn geluk, verstandelijk vermogen en geestelijk welzijn ernstig geschaad worden. Deze overtuiging of spirituele kennis motiveert aanhangers om de vele niveaus van auditing en training, die de kern vormen van de religieuze gebruiken van Scientology, te doorlopen. Op auditing en training zal ik in sectie III nader ingaan. Iemand die met het auditing/training proces begint, wordt een preclear genoemd, en iemand die geen engrammen meer heeft noemt men een Clear. Het verschil tussen deze twee begrippen is vergelijkbaar met het onderscheid dat de christen maakt tussen zonde en genade en de boeddhist tussen onverlicht (Sanskrit: avidya) en verlicht (bodhi).

Scientologen bedoelen met “Clearing” niet alleen maar het persoonlijk welbevinden. Ze geloven dat auditing en training een positief effect hebben op iemands gezin, de groep waarvan hij/zij deel uitmaakt, haar/zijn omgeving en invloedssfeer. Met andere woorden, het positieve effect manifesteert zich op alle acht niveaus van de “drijfveren”. Scientologen geloven ook dat ze verantwoordelijkheid moeten nemen om de wereld waarin ze leven te verbeteren en dat ze anderen moeten helpen de staat van Clear te bereiken. Ze geloven dat wanneer genoeg mensen de staat van Clear hebben bereikt, het hoofddoel van Scientology, zoals door L. Ron Hubbard verwoord, bereikt zal worden: “Een beschaving zonder krankzinnigheid, zonder criminelen en zonder oorlog, waar het capabele mensen gegund is succes te hebben en waar het eerlijke mensen gegund is rechten te hebben, en waar de mens vrij is om zich tot hogere niveaus te verheffen”. (L. Ron Hubbard, Scientology 0–8: Het Boek met de Basiskennis, pagina 3.) In deze zoektocht om de condities te verwijderen die tot wantrouwen, oorlog en zelfvernietiging leiden, verschilt Scientology niet van al die andere missie- of evangelische religies, te weten het boeddhisme, het jodendom, het christendom en de islam.

Het doel van Scientology, “het Clear maken van de planeet”, bestaat uit drie onderdelen die een nieuwe beschaving tot stand brengen. Daarmee wordt aangetoond dat de geloofsleer van de Kerk geheel in overeenstemming is met de grote historische religies van toen en nu. Deze drie aspecten zijn (a) het missionaire karakter, (b) de alomvattendheid en (c) de ultieme betrokkenheid en toewijding.

(a) Ten eerste: de religieuze zoektocht van Scientology wordt gezien als een heilige roeping, gericht aan en beschikbaar voor iedereen. Zo werd aan Bijbelse profeten, als Amos, Jesaja en Jeremia geopenbaard, dat zij uitverkoren waren aan alle volkeren, waar dan ook, de boodschap van vrede, gerechtigheid en liefde te verkondigen. Zo voelden ook de boeddhistische missionarissen vanaf de tweede eeuw v.Chr. zich geroepen om de boodschap van Boeddha door het hele Verre Oosten te verspreiden, waaronder China, Indo-China, Indonesië, Korea en Japan. Tegenwoordig verkondigen Japanse boeddhistische missionarissen hun boodschap in Europa en Amerika. Zo vond ook Jezus van Nazareth dat zijn boodschap overal moest worden gehoord en zond daarom zijn discipelen naar alle volkeren. Het zendingsaspect van de islam is zo sterk dat deze tegenwoordig de sterkst groeiende historische religie ter wereld is, vooral in Afrika en Oost-Azië. Gezien de toewijding waarmee Scientology te werk gaat om de planeet “Clear” te maken, teneinde een nieuwe beschaving tot stand te brengen, komen haar missionaire inspanningen geheel overeen met het patroon van de grote historische religies.

(b) Ten tweede: Scientology ziet haar opdracht als wereldomvattend. Bijgevolg heeft zij open missiecentra in alle delen van de wereld opgezet, om auditing en training algemeen beschikbaar te maken. De duidelijkste historische parallel met de traditionele historische religie is de opdracht van Jezus aan zijn discipelen: “Ga heen en verkondig de boodschap aan alle volkeren, en doop hen in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest” (Mattheüs 28:19). In de achtste eeuw v.Chr. werd de joodse profeet Amos uitverkoren om Gods woord niet alleen te verkondigen in Judea en Israël, maar ook uit te dragen naar Damascus, Gaza, Ashkelon, Tyrus, Sidon en Edom, allemaal “heidense” Kanaänitische stadstaten die Israëls geloof in de God der Vaderen niet deelden (Amos, hoofdstuk 1 en 2). Tegenwoordig bouwen moslims op grote schaal moskeeën in steden als Londen, Los Angeles, Toronto en zelfs Seoul, omdat zij geloven in de universele waarde van het Woord van de profeet Mohammed. Evenzo brengen boeddhistische en vedanta-hindoeïstische geestelijke leiders hun heilige leer en levensopvattingen naar ons, omdat zij ervan overtuigd zijn dat hun leer universeel toepasbaar is. En ook in dit opzicht volgt Scientology het patroon van de historische religies, door de wereldwijde verspreiding van haar auditings- en trainingstechnieken, waarvan de Scientology missionarissen geloven dat de hele mensheid er baat bij zal hebben.

En ook in dit opzicht volgt Scientology het patroon van de historische religies, door de wereldwijde verspreiding van haar auditings- en trainingstechnieken, waarvan de Scientology missionarissen geloven dat de hele mensheid er baat bij zal hebben.

(c) Ten derde is het vastberaden doel van Scientology voldoende mensen te helpen de staat van “Clear” te bereiken om zo de achteruitgang van de beschaving een halt toe te roepen. Dit doel wordt gekenmerkt door ultieme betrokkenheid en toewijding. De kern van elk van de grote religies bestaat uit het onderwijzen in de leer die haar volgelingen een sterke motivatie verschaft om haar religieuze missie wereldwijd met gedrevenheid en uiterste inspanning uit te voeren.

Voor de boeddhist wordt de kerngedachte samengevat in het godsdienstige begrip “bevrijding” (moksa) van de verstrikkende banden van aardse verlangens en de schenking van gelukzaligheid in onzelfzuchtige gedachten (nirwana). Het boeddhistische geschrift The Dhammapada laat Boeddha zeggen: “Alle dakspanten [van mijn oude huis] zijn gebroken, de nokbalk is versplinterd; mijn gedachten zijn gezuiverd van waandenkbeelden; het verlangen is uitgeroeid en overwonnen” (par. 154). Het ultieme karakter van dit ontwaken is altijd de motivatie geweest van elke boeddhistische monnik en missionaris, en is dit nog steeds.

Zoals al eerder opgemerkt, lijkt het geloof in eerdere levens bij Scientology sterk op de boeddhistische voorstelling van samsara; evenzeer vertoont het Scientology begrip “Clearing” vergaande overeenkomsten met het boeddhistische geloof in moksa. Zoals boeddhistische missionarissen in het verleden het bewustzijn van de mens wilden “bevrijden” van aardse verlangens, zo streeft de Scientology missionaris ernaar iedereen in de gelegenheid te stellen, de staat van “Clear” te bereiken, te worden verlost van engrammen die het algemeen overleven, de vrede en het welzijn in de weg staan.

Zenboeddhisten in Japan streven naar satori, of “plotselinge verlichting” voor de hele mensheid, en de kracht van dit geloof heeft ze doen besluiten in Amerika en Europa kloosters te stichten. Het moslim geloof in de hoogste waarheid van de profeet Mohammed ­zoals die verwoord wordt in de belangrijke shahada: “Er is geen God buiten Allah, en Mohammed is zijn profeet”. Dit geeft de missionarissen van de islam de innerlijke kracht om wereldwijd te proberen mensen te bekeren. In de Bijbelse traditie was en is de overtuigende kerngedachte van het geloof – namelijk een rotsvast vertrouwen dat God de mens zal verlossen en de hele mensheid zal redden – de aanleiding voor missie- en zendingsactiviteiten. Zo zag de Bijbelse profeet Jesaja in Gods verlossing van alle volkeren de schepping van een hemels Jeruzalem op aarde, waar de hele mensheid de enige, ware God zou eren (Jesaja 66:22–23).

In het Nieuwe Testament wordt de verlossing zoals God die aan Jezus Christus heeft overgebracht door de apostel Paulus niet alleen gezien als de verlossing van de christenen of zelfs van de hele mensheid, maar als een belofte van universele bevrijding, herstel en een nieuwe schepping van de kosmos zelf (Romeinen 8:19–23). Vanuit dit gezichtspunt komt het Scientology geloof in haar missie de “planeet Clear te maken” om een nieuwe beschaving tot stand te brengen, in wezen overeen met de ultieme overtuigingen die de beweegredenen en het geloof van ’s werelds grootste historische religies kenmerken.

III. Religieuze Gebruiken
DOWNLOAD HET WITBOEK