Een functionalistische definitie richt de aandacht op de bijdragen die door het onderhavige fenomeen zouden zijn gemaakt met betrekking tot de stabiliteit en/of het voortbestaan van een sociale of culturele entiteit. Aldus kan aangetoond worden dat fenomenen functioneel zijn voor entiteiten uiteenlopend van de individuele persoon tot het wereldsysteem. Het feit dat deze manier van definiëren van dingen veel filosofische problemen oproept en het verstand van veel beoefenaren van de logica op de proef heeft gesteld, heeft niet verhinderd dat het populariteit verwierf onder sociale wetenschappers – vooral in verband met religie.
Er kan gezegd worden dat religie de functionele capaciteit heeft om:
(a) op het persoonlijke niveau mensen te helpen problemen te overwinnen van onevenwichtige persoonlijkheid, zelf-identiteit, betekenis in het leven, wat goed en slecht is, enz.,
(b) op het niveau van de gemeenschap potentieel ontwortelde mensen te integreren in groepen en verenigingen die richting en betekenis in het persoonlijke leven geven, evenals nuttige referentiepunten in grootschalige samenlevingen waar het individu zich kwetsbaar kan voelen ten aanzien van een almachtige bureaucratie of systeem, of
(c) op maatschappelijk niveau legitimiteit te verstrekken voor de heersende sociale orde; compensatie voor geleden ontberingen; en morele regulering van de onderlinge relaties tussen grote maatschappelijke instellingen.
De elementaire leerstellingen van Scientology over de spirituele aard van de thetan (het spirituele wezen) en over de acht drijfveren, de praktische doelen van haar cursussen en counseling diensten en de eerbiedige, beschouwende toon van sommige Scientology ceremoniën, overtuigen mij er alle van dat Scientology, in overeenstemming met andere religies, zinvol kan worden beschreven als functioneel op elk van de bovengenoemde niveaus.
De elementaire leerstellingen van Scientology over de spirituele aard van de thetan (het spirituele wezen) en over de acht drijfveren, de praktische doelen van haar cursussen en counseling diensten en de eerbiedige, beschouwende toon van sommige Scientology ceremoniën, overtuigen mij er alle van dat Scientology, in overeenstemming met andere religies, zinvol kan worden beschreven als functioneel op elk van de bovengenoemde niveaus. Hiermee wordt natuurlijk niet beweerd dat alleen religies deze functies hebben. Er wordt slechts gesteld dat Scientology ze, ten eerste, inderdaad met andere religies gemeen heeft, en ten tweede dat haar specifieke manieren om ze ten uitvoer te brengen, qua doeleinden en uiterlijke vorm nauwer verwant zijn aan die van algemeen als zodanig beschouwde religies, dan aan, bijvoorbeeld, politieke groepen of welzijnsinstellingen.
Het definiëren van religie in termen van functie kan nuttig zijn in sommige gevallen van sociaal-wetenschappelijke analyse: hierdoor kunnen vele interessante aspecten van haar gevarieerde bijdrage aan het sociale leven worden belicht. Gezien de duidelijke moeilijkheid om vanuit dit perspectief onderscheid te maken tussen religie en ideologieën, kan een functionalistische definitie het onderscheidend vermogen van religie echter niet te veel benadrukken. Om deze reden kan een inhoudelijke definitie meer van nut zijn.