III. Religieuze Overtuigingen

Op bepaalde momenten leek L. Ron Hubbard de benaming “religie” voor de overtuigingen en praktijken van Scientology te verwerpen. Zo stelde hij ooit dat Scientology “geen psychotherapie is. Ze is een hoeveelheid kennis die, wanneer ze correct wordt gebruikt, het individu vrijheid en waarheid verschaft”.13 In dit verband lijkt Hubbard echter onderscheid gemaakt te hebben tussen de formele aspecten van religie, zoals credo’s, praktijken of lidmaatschap en de bevrijdende waarheid. Op een dergelijke manier onderscheid maken tussen “religie” en “waarheid” is een algemene religieuze strategie. Zo hield bijvoorbeeld de christelijke theoloog Karl Barth vol dat zijn gospel geen religie was, maar waarheid. Maududi beweerde hetzelfde van de islam, Franz Rosenzweig van het jodendom en Sarvepalli Radhakrishnan van het hindoeïsme. In al deze gevallen hebben religieuze denkers de ultieme betekenis en kracht van hun “waarheid” verklaard door deze te onderscheiden van religie.14

Hubbard vond ook dat de term, “religie”, mits juist gedefinieerd, gebruikt kon worden om de bevrijdende waarheid van Scientology mee te beschrijven. “Scientology”, verklaarde Hubbard “is een religie in de oudste en meest volledige zin”. Meer dan alleen een “religieuze praktijk” is Scientology echter een “religieuze wijsheid”.15 Volgens Hubbard kan de term “religie” “heilige leer, wijsheid, kennis van goden, zielen en geesten omvatten”.16 In deze termen beweerde Hubbard daarom dat Scientology als een religie erkend moest worden.

Hubbard gaf de hindoeïstische, boeddhistische en taoïstische wortels van deze religieuze wijsheid aan. Net als bepaalde vormen van het hindoeïsme, vooral Advaita Vedanta, ondersteunt Scientology de erkenning dat het menselijke zelf de ultieme grootste goddelijke kracht van het universum is. In de sanskrit formule van de Vedanta is Atman (het menselijke zelf) Brahman (de goddelijke). Net als de boeddhistische praktijken schetst Scientology echter een stapsgewijs traject van bevrijding van onwetendheid, dat herinnert aan het “Achtvoudige Pad” van het boeddhisme. Dit boeddhistische pad gaat door de stadia van goed begrip, toewijding, communicatie, gedrag, manier van leven, inspanning, bewustzijn en meditatie, om een staat van vreugdevolle bevrijding, los van de wereld, te bereiken. Scientology onderscheidt op dezelfde manier een religieus pad, of brug, die de voortgang naar bevrijding aangeeft. Terwijl het boeddhistische pad in principe echter was ontworpen voor een kloosterleven verwijderd van gewone menselijke relaties en bezigheden, heeft het Scientology pad meer gemeen met een taoïstische benadering om in het volle leven spirituele harmonie te bereiken. In taoïstische zin is bevrijding een staat van balans, waarin een menselijk wezen in harmonie is met alle condities van het bestaan. Scientology is erop gericht om eenzelfde harmonie te bereiken.

In haar kosmologie onderscheidt Scientology drie basisaspecten van realiteit de levenskracht waarnaar verwezen wordt als theta, het Opperwezen, dat ook bekendstaat als Oneindigheid, en het fysische universum van materie, energie, ruimte en tijd, dat weergegeven wordt door de afkorting MERT.

Om die reden kunnen in de religieuze overtuigingen van Scientology echo’s van deze oude Aziatische religies worden gevonden. Hubbard concludeerde echter dat de ultieme doelen van deze religies spirituele bevrijding, kennis en harmonie in de praktijk maar zelden bereikt werden. Nadenkend over zijn Aziatische reizen observeerde Hubbard dat veel mensen weliswaar studeerden maar dat er maar heel weinig ook slaagden. Volgens Hubbard ontbrak het de oude religieuze paden aan het besef van de “noodzaak die nodig is om te slagen”.17 Een moderne religie, concludeerde hij, moest meer doen dan alleen maar spirituele doelen vaststellen; ze moest in de praktische middelen voorzien om ze te bereiken.

Scientology heeft ook veel overeenkomsten met de alternatieve oude christelijke en Joodse religieuze bewegingen, bekend als gnosticisme. Net als de oude gnostici, onderwijst Scientology dat menselijke wezens in wezen geestelijke wezens zijn met goddelijke zielen van zuiver licht, die verstrikt zijn geraakt in de duisternis van de materiële wereld. In haar kosmologie onderscheidt Scientology drie basisaspecten van realiteit de levenskracht waarnaar verwezen wordt als theta, het Opperwezen, dat ook bekendstaat als Oneindigheid, en het fysische universum van materie, energie, ruimte en tijd, dat weergegeven wordt door de afkorting MERT. Als een verpersoonlijkte vorm van de levenskracht is de menselijke ziel, de thetan, verstrikt geraakt in de krachten van MERT. In de kosmische optiek van Scientology kan de thetan gered worden uit die verstrikking in de condities van het fysische universum.

Scientology stelt deze bevrijding van de thetan als een zaak van voortbestaan. Scientology’s “Achtvoudige Pad” wordt gevormd door de “Acht Drijfveren” die opeenvolgende stadia van uitbreiding in de basisdrang tot voortbestaan vertegenwoordigen. De eerste vier Drijfveren zijn de “drang tot bestaan” van iemands zelf, de familie, de groep en de mensheid; de volgende twee zijn de drang tot voortbestaan op het niveau van levenskrachten en het fysische universum; en de zevende en achtste Drijfveren vertegenwoordigen het ultieme spirituele voortbestaan op het niveau van zielen en het Opperwezen. Zoals Hubbard stelde: “De voortgang in de richting van voortbestaan op hogere niveaus is eveneens een voortgang in de richting van God”.18 In deze zin geven de Acht Drijfveren een pad aan, niet alleen voor de bevrijding van de ziel van de beperkingen van de fysische wereld, maar ook om een ultieme realisatie van God te bereiken door te bestaan op het niveau van het Opperwezen.

Net als andere religies, heeft de Scientology Kerk een formeel credo, dat haar basisovertuigingen weergeeft. Van dit credo kunnen vier belangrijke aspecten onderscheiden worden. Een: het Scientology credo benadrukt vier basismensenrechten. Deze rechten zijn bindend op elk bestaansniveau en vertegenwoordigen daarom ook de rechten van menselijke zielen als vrije spirituele wezens. Ze hebben allemaal dezelfde en onvervreemdbare rechten op vrijheid van religie, vereniging, denken, uiting, leven, gezondheid, zelfverdediging en voortplanting. Om de ultieme aard van deze rechten te onderstrepen, bevestigt het credo dat “geen instantie minder dan God de macht heeft om deze rechten, openlijk of heimelijk, op te schorten of terzijde te schuiven”. Twee: het credo verwoordt een toewijding aan de religieuze genezing van het menselijk verstand. Die verplichting wordt geformuleerd in de overtuiging dat “de studie van de geest en de genezing van mentaal veroorzaakte ziekten niet aan religie mag worden onttrokken of op niet-religieuze gebieden mag worden toegestaan”. Drie: het credo belichaamt een ethische oriëntatie ten opzichte van het leven die inhoudt dat “de mens in wezen goed is”. Terwijl die basisgoedheid gerealiseerd wordt in harmonie met anderen, verbieden “Gods wetten” alle handelingen die het voortbestaan van het leven van iemand anders, zijn gezondheid of ziel zouden vernietigen of laten afnemen. Ten slotte verklaart het Scientology credo een verplichting om verlossing te bereiken. “De geest kan gered worden, en”, concludeert het credo, “alleen de geest kan het lichaam redden of genezen”.19

De door de Scientology Kerk beloofde verlossing hangt niet af van het geloof in de principes van dit credo. Zoals Hubbard stelde is de kwestie van geloof een van de meest verkeerd begrepen aspecten van religie geweest. Hij maakt onderscheid tussen “geloven in” iets en het spirituele karakter van “geloven” op zich. Wanneer iemand “in iets gelooft”, of dat nu een religieus credo, een kerk of een redder is, dan heeft die persoon zijn of haar vrijheid als spiritueel wezen aan de controle van iemand anders overgegeven. “Geloven in” de overtuigingen van een religie leidt uiteindelijk tot “de opoffering van iemands eigen universum”. Geloven op zich is echter de spirituele omstandigheid van in harmonie zijn met het universum en met God. In deze bepaalde zin is geloven “een volledige staat van zijn. En onder die omstandigheid zou iemand kunnen bewerkstelligen dat Geloof als zodanig zich binnen zijn eigen universum voordeed, of zou hij mensen in hem kunnen laten geloven.”20 Scientology is erop gericht om dat onvoorwaardelijke geloven te bereiken. Meer dan een kwestie van overtuiging, is dat geloven een bevrijdende kennis die wordt bereikt door een bepaalde handelwijze.

IV. Religieuze Rituelen
DOWNLOAD HET WITBOEK