Een niet minder radicale uitdaging voor de enge westerse begrippen over waar een religie uit bestaat, wordt gevormd door het jaïnisme, een erkende religie in India en een die meestal voorkomt op de lijst van (gewoonlijk elf) grote religies. Sir Charles Eliot schreef erover: “Het jaïnisme is atheïstisch, en dit is meestal niet verontschuldigend of controversieel, maar geaccepteerd als een natuurlijke religieuze houding”. Jaïnisten ontkennen het bestaan van deva’s, godheden, echter niet, maar deze wezens worden niet minder dan menselijke wezens geacht onderhevig te zijn aan de wetten van zielsverhuizing en verval en bepalen de bestemming van de mens niet. Jaïnisten geloven dat zielen individueel en oneindig zijn. Ze zijn geen deel van een universele ziel. Zielen en materie worden noch gecreëerd noch vernietigd. Verlossing wordt bereikt door de bevrijding van de ziel van alle vreemde elementen (karma-elementen) die hem achteruit laten gaan. Deze elementen krijgen toegang tot de ziel door iemands passionele daden. Dergelijke handelingen leiden tot wedergeboorten onder dieren of levenloze stoffen: verdienstelijke handelingen leiden tot wedergeboorten onder deva’s. Boosheid, trots, bedrog en begeerte zijn de belangrijkste obstakels voor de bevrijding van de zielen, en door deze te weerstaan of eraan toe te geven, kan de mens zijn eigen bestemming bepalen. Door het zelf te onderwerpen en geen enkel wezen schade toe te brengen, zelfs geen onschadelijke insecten, en door een ascetisch leven te leiden, kan een mens wedergeboorte bereiken als een deva. De morele regels voor de oprechte gelovige zijn vriendelijkheid te tonen zonder de hoop deze terug te krijgen; zich te verheugen over het welzijn van anderen; proberen het leed van anderen te verlichten en sympathie tonen voor de crimineel. Van zelfvernedering wordt geloofd dat ze het verzamelde karma vernietigt. Het jaïnisme omarmt een ascetische ethische moraal, maar dit is heel ander ascetisme dan het ascetisme in de christelijke traditie, namelijk tegelijk passiever en fatalistischer.