XII. Religies als Historische Entiteiten

De voorgaande inventarisatie is samengesteld in termen van een relatief abstracte generalisatie, maar echte religies zijn historische entiteiten en geen logisch opgebouwde systemen. Ze omvatten zeer verschillende organisatieprincipes, gedragscodes en geloofspatronen, als neergelegd in verschillende historische tijdperken, waarvan elk binnen dezelfde brede historische traditie gekenmerkt werd door onderscheidende en soms niet verenigbare begrippen van religiositeit. Binnen één religie worden afwijkende doctrines of interpretaties van rituele praktijken vaak tegelijk erkend door aanhangers met verschillende maten van ontwikkeling. Identieke termen betreffende geloof of verering kunnen door sommigen als symbolisch worden gezien en door anderen als zeer krachtig, en toch zijn beide opgenomen in religieuze systemen waarin niet zo zeer sprake is van vervanging van het ene tegengestelde idee door het andere alswel van een toename van begrippen en interpretaties in de loop der geschiedenis. Verzoening van verschillende manieren van begrijpen van geloof en verering kan in de loop der tijd plaatsvinden, maar óf dit gebeurt, moet afhangen van de autoriteit en doelmatigheid van leiderschap en van het organisatiepatroon. Voorts compliceert een dergelijke diversiteit binnen een bepaalde religieuze traditie het grotere plaatje van verschillen onder de belangrijkste religieuze tradities en hun ontelbare onderverdelingen die zich mettertijd hebben ontwikkeld. De voorgaande inventarisatie probeert voldoende brede criteria te gebruiken om de effecten van religieuze evolutie een plek te geven, evenals de meer letterlijke, concrete of zelfs quasi-magische elementen die op bepaalde niveaus blijven bestaan, zelfs binnen religieuze systemen die hun geloofsovertuigingen en activiteiten in ontwikkelde, abstracte termen zijn uit gaan drukken. Sommige later ontwikkelde religies kunnen grotendeels of helemaal ontsnapt zijn aan de invloed van de primitieve begrippen die bij andere zijn blijven bestaan en kunnen, als gevolg daarvan, niet voldoen aan een van de criteria van de inventarisatie (die noodzakelijkerwijs punten bevat die vooral bij oude religieuze systemen gevonden worden en die niet altijd zijn blijven bestaan, aangezien die religies zich ontwikkeld hebben). Het historische en evolutionaire karakter van religieus denken en religieuze praktijken houdt dus in dat maar weinig – zo niet geen – religies gelijk zullen kwalificeren op alle punten van een inventarisatie die probeert aanwijzingen te bevatten die rekening houden met de diversiteit aan soorten die door het verschijnsel religie omvat worden.

XIII. Diversiteit en Generalisatie
DOWNLOAD HET WITBOEK