XXIX. De Houding van Tegenwoordige Nieuwe Religies

In de laatste decennia hebben we kunnen zien dat het aantal wereld-bevestigende en wereld-verwerpende religies is toegenomen (en ook dat van andere die minder gemakkelijk met deze brede dichotome termen gecategoriseerd kunnen worden). De wereld-verwerpende religies zijn opgekomen in protest tegen wat zij neigden te zien als het groeiende materialisme, consumentisme en hedonisme van de westerse samenleving. Sommige ervan hebben hun eigen oriëntaties in de ascetische traditie van het christendom, andere hebben wat affiniteit met milieukwesties en weer andere hebben hetzelfde gemoedsklimaat gebruikt, dat aanleiding gaf tot de “hippie” cultuur van de jaren 60 van de 20e eeuw. In contrast hiermee laten wereld-bevestigende oriëntaties een sterke samenhang zien met de tegenwoordige seculiere cultuur en met enkele van de veranderde overtuigingen die in het 20e-eeuwse christendom duidelijk zijn. Zoals religieuze bezigheden zijn verschoven van de zorg om het leven na dit leven, waar het christendom zich in de vorige eeuwen het meest op richtte, zo zijn nieuwe religieuze bewegingen ook het idee van verlossing in deze wereld en in het huidige leven gaan benadrukken. Het verlengen van het leven, het najagen van geluk, het verwerkelijken van het menselijke potentieel zijn respectabele en breed onderschreven doelen geworden, en het is niet verrassend dat de nieuwe religies ze hebben omarmd. In een wereld van schaarste, natuurrampen, hongersnood, en lage technologieniveaus, was religieus ascetisme een passend moreel principe. Het complementeerde de behoeften van een productiemaatschappij, waarin hard werken en lage verdiensten geaccepteerd moesten worden, waarin beloningen uitgesteld moesten worden (vaak tot na een verondersteld leven na dit leven), zodat kapitaal vergaard kon worden. In een consumptiemaatschappij, waarin technologie grotere verwachtingen heeft gebracht van het welzijn en de rijkdom die ervaren zullen worden, zou een ascetische morele regel echter indruisen tegen de noodzaak om mensen ertoe te brengen de economie te steunen door bestedingen, het zoeken van entertainment en materieel welbevinden. Net zoals het traditionele ascetisme van het christendom uit de mode raakte, zo gingen de oriëntaties van nieuwe patronen van religieuze spiritualiteit de nieuwe sociale sfeer reflecteren. De huidige koers van hedonistische waarden in een seculiere maatschappij werd steeds meer gereflecteerd, zelf in de heersende religie. Het optimisme en de nadruk op het verwerven van onbegrensde winsten buiten de algemene trend, door christian science, werd binnen de belangrijkste geloofsovertuigingen gevolgd door de bepleiters van positief denken, Norman Vincent Peale, een protestant, monsigneur Fulton Sheen, een katholiek en Rabbi Joshua Liebman. In meer recente decennia werd de ontwikkeling gezien van Prosperity Theology als een legitimering van de voordelen die christenen zouden kunnen verwachten van een religie met veel gebed. Psychologische technieken voor verhoogde zelfcontrole, zelfbewustzijn, zelfverbetering, levensverlenging en een grotere mogelijkheid voor spirituele verrijking zijn onderdeel geworden van het repertoire van veel religieuze bewegingen, aangezien de samenleving de met zonden beladen theologieën die eens het centrale thema van de christelijke leerstellingen waren, niet langer ondersteunt.

XXX. Religie en Normen en Waarden
DOWNLOAD HET WITBOEK